In de oorlogsgeschiedenis van Drenthe is de April-Meistaking van 1943 als een keerpunt te beschouwen. ln de daaraan voorafgaande periode van mei 1940 tot mei 1943 was het motto ‘rekken en erbij blijven’. De meeste ambtenaren en burgemeesters bleven op hun post om erger te voorkomen. Georganiseerd verzet van enige omvang zocht men in Drenthe in de eerste jaren van de bezetting vrijwel tevergeefs. De April-Meistakingen, die in ons gehele land uitbraken, kwamen op een moment dat de Duitse maatregelen in toenemende mate ingrepen in het dagelijks leven. Bijna iedere Nederlander had intussen wel iemand in zijn naaste omgeving, die door de Duitse maatregelen getroffen was1. Na de meidagen van 1943 zou het leven niet meer hetzelfde zijn. De reactie van de bezetter op de openlijke massale demonstratie van afkeer van de nazificatiepolitiek was hard. ln Drenthe werden 85 arrestaties verricht. Vier personen werden gefusilleerd. Een van hen was Berend Trip uit Nieuw-Buinen. Het verhaal van de April- Meistakingen in de gemeente Borger is vooral ook het verhaal van de moed en opofferingsgezindheid van deze jonge boer van gereformeerde huize.
Voorspel
De oorlogssituatie in de eerste maanden van 1943 gaf de Duitsers aanleiding om een toenemende druk op de Nederlandse bevolking uit te oefenen. In Rusland was Stalingrad gevallen en in Noord-Afrika vorderden de Geallieerde Legers ten koste van de manschappen van generaal Rommel. Op Berlijn werden in toenemende mate luchtaanvallen uitgevoerd. De bezetter kreeg zodoende toenemend gebrek aan arbeidskrachten. Razzia’s vonden dan ook op grote schaal plaats. In het Führererlass van 13 januari 1943 werd in verband met de ’totale oorlog’ een algemene Arbeitseínsatz afgekondigd. Massale deportatie van arbeidskrachten werd nodig geoordeeld. Uit Nederland zouden tussen 1 januari en 30 apríl (1943) 100.000 man gedeporteerd moeten worden om in de Duitse oorlogsindustrie te werken.
Uít organisatorisch oogpunt was het opnieuw krijgsgevangen zetten van het voomalige Nederlandse leger een voor de hand liggende mogelijkheid. Himmler berichtte op 13 februari 1943 aan Hitler dat 300.000 man konden worden ingezet als het voormalige Nederlandse leger werd teruggeroepen in gevangenschap2. Niet alleen werd de maatregel nodig geacht om in het gebrek aan arbeidskrachten te voorzien, maar tevens kon zo een halt worden toegeroepen aan de toenemende illegaliteít onder de oud-militairen.
Door tal van maatregelen haalden de Duitsers steeds meer de teugels aan. Men wilde het Nederlandse volk, dat als een broedervolk werd beschouwd, rijp maken voor ‘de nieuwe orde’. Vanaf 1 maart, zo werd verordonneerd, moesten alle aanstellingen en ontslagen worden gecontroleerd door de arbeidsbureaus. Op 11 maart volgde de ordening van het Hoger Onderwijs. Studenten werden 25 voor de keus gesteld een loyaliteitsverklaring te ondertekenen of hun studie op te geven. Bovendien werd bepaald dat ze na hun studie één jaar in Duitsland moesten werken. Op dezelfde dag werd de Landwacht Nederland opgericht. De toenemende greep van de Duitsers op het dagelijks leven leidde op 24 maart tot een protest van de artsen; zij legden hun bevoegdheid neer uit protest tegen de maatregelen van de artsenkamer.
Op donderdag 29 april 1943 werden de dagbladen verplicht het bericht over het opnieuw in krijgsgevangenschap brengen van het voormalige Nederlandse leger in hun kolommen op te nemen. Het bericht was ondertekend door de Wehrmachtbefehlhaber in den Niederlanden, de General der Flieger Christiansen3. Hij maakte melding van de “grootmoedige handelswijze” van Hitler toen hij na de capitulatie in mei 1940 de soldaten uit krijgsgevangenschap in vrijheid stelde. “Onverantwoordelijke ophitsers” hadden echter bewerkstelligd dat delen van het leger vijandelijk gedrag hadden getoond. Dat in mei 1942 de beroepsofficieren opníeuw gevangen waren gezet, had niet de voor de Duitsers gunstige uitwerking gehad. Christiansen besloot het eerste deel van zijn bericht met: “Dit misbruik van een volkomen vrijwillige teruggeschonken vrijheid, wordt thans niet langer meer geduld”.
ln het tweede deel werd de maatregel van het opnieuw gevangen zetten van het voormalige Nederlandse leger verwoord. “Wie zich hieraan onttrekken, zullen streng gestraft worden.“ Het bericht besloot met: “Allen, die thans in krijgsgevangenschap terug moeten keren, hebben dit uitsluiten aan de ophitsers te danken, die door hun misdadig gedrag deze maatregel noodzakelijk maakten”. Opvallend is dat er in het bericht met geen woord wordt gerept over de vrijgestelden. De indruk werd gewekt, dat iedereen zonder mankeren naar Duitsland zou worden vervoerd. De Beauftragte voor de províncie Drenthe, Sellmer, maakt hier in zijn rapportage ook melding van: “Der Aufruf des Wehrmachtbefehlshabers in den Niederlande war in seiner Fassung viel zu eng. De Bevölkerung hätte unbedingt gleichzeitig wissen mussen, welche ehemaligen soldaten von der Rückführung in die Kriegsgefangschaft freigestellt würden”4. Verderop voegt hij er nog aan toe “dass die Bauern für sich eine Ausnahme erwartet hatten”. Dat de achterliggende gedachte van het tekort aan arbeidskrachten niet werd genoemd, wekt natuurlijk met het oog op het voor de Duitsers minder voorspoedige verloop van de oorlog geen verwondering.
Verloop
“Wie zich laat verleiden tot het doen van gekke dingen, speelt met zijn eigen leven en dat van anderen. Men begrijpe dat goed. Wij doen derhalve en dringend beroep op onze lezers zich kalm te houden, door te gaan met hun arbeid en geen geloof te hechten aan alle mogelijke ophitserijen. Dan alleen kan voorkomen worden dat de autoriteiten nog strengere maatregelen treffen, want meester van de toestand zullen ze blijven. Daar kan men van verzekerd zijn “5. Toen het Drentsche Dagblad, o.l.v. de NSB’er Ter Haar, deze woorden liet afdrukken was op verschillende plaatsen in Drenthe de staking al uitgebroken. Op donderdagmiddag 29 april 1943 waren er in Twente reeds 26 spontane stakingen uitgebroken. Vrijdag 30 april in De Wijk. Op 1 mei bereikte de staking haar volle omvang en duurde in de meeste dorpen tot 3 of 4 mei. Verschillende boeren in Borger leverden geen melk aan de zuivelfabriek6. Het personeel van N.V. Nieuw-Buiner Glasfabriek v/h Meursing en Co., 650 man, legden het werk neer. Op zaterdag 1 mei volgde het personeel van de zuivelfabriek te Borger. Op dezelfde dag stelde de bezetter het politiestandrecht in, wat betekende dat iedereen die op enige wijze aan de stakingen meedeed of er toe opriep kon worden gearresteerd. De strengste straffen werden in het vooruitzicht gesteld. De Duitse polïte beperkte zich in Borger tot enige patrouille-activiteit. Bovendien werd de arts G. Oeseburg gearresteerd. Hij werd van anti-Duitse propaganda beschuldigd7. Van zaterdag t/m maandag werden in Drenthe 85 arrestaties verricht. De overige gearresteerden werden spoedig vrijgelaten. Vijf mensen werden gedood omdat zij trachten te vluchten, twee werden gewond. Uiteindelijk werd op vier mensen het doodvonnis voltrokken. Een van hen was Berend Trip uit Meuw-Buinen.
Berend Trip
Nadat in Nieuw-Buinen stakingen waren uitgebroken, vonden op zaterdag 1 mei samenscholingen plaats. Afgesproken werd dat er ‘avonds in de Kerklaan op een bijeenkomst zou worden gesproken door Bé Trip. “Bé Trip was zo’n rustige jongen, hij was geen avonturier, wat hij zou zeggen, dat zou belangrijk zijn, en daarom moesten wij er naar toe”8. Op de bijeenkomst riep Trip op de staking vol te houden. Niet langer mocht in zijn ogen worden toegezien dat de mensen weggevoerd werden. Afgesproken werd dat niemand maandag weer naar zijn werk zou gaan. Maandagmorgen zou men weer bijeenkomen. Zover kwam het echter niet. Zondag na het uitgaan van de kerk werd Trip gearresteerd door twee Duitsers en twee NSB’ers. Hij was door een ‘foute’ dorpeling verraden9. Samen met enkel andere gearresteerde ‘stakers’ werd hij overgebracht naar het Polizei-Standgericht-Groningen. Daar nam hij alle schuld op zich. Hij bekende dat hij, op de hoogte zijnde van het politiestandrecht dat die dag was afgekondigd, niettemin tot voortzetting van de stakíng had opgeroepen. ‘Hij heeft gezegd: lk ben niet getrouwd, dus laten ze mij maar nemen, want daar staat geen gezin achter. Alles wat ik gezegd heb, daar neem ik de volle verantwoording voor, want ik meen het overtuigd, wat ik gezegd heb”10. Uit het telexbericht van SS-rechter dr. Wendt aan Rauter van 2 mei 1943 blijkt dat Trip voor 400 tot 500 mensen had gesproken en had opgeroepen tot passief verzet “alzo klein blutbad”11. Nog op dezelfde dag wordt Berend Trip ter dood veroordeeld en gefusilleerd. Dr. Wendt roemde de opofferingsgezindheid van Trip en spreekt in zijn telegram van “fabelhalte persönliche haltung” (ongelooflijke persoonlíjke houding). Het heeft hem weinig geholpen. De stakingen verliepen 3 en 4 mei volledíg. De samen met Trip gearresteerden werden allen vrijgelaten.
Gevolgen
De begrafenis van Berend Trip werd een massale anti-Duitse demonstratie12. De staking kreeg echter niet de gewenste uitwerking. De Duitsers maakten haast met het uitvoeren van hun voornemen om de Nederlandse soldaten naar Duitsland te transporteren. In een artikel onder de kop Is het begrepen in het Drentsch Dagblad werd op 25 mei 1943 op de stakingen teruggeblíkt. Gesteld werd dat er nu zware offers moesten worden gebracht. “Deze wereldworsteling en revolutie der ideeën – het begrip oorlog is te beperkt om aan te geven waarom het in dezen strijd gaat – eischt zware offers van ons volk. Vele van deze offers moeten gebracht worden, daar de oorlog ze nu eenmaal van ons eischt”13. De schuld werd gelegd bij de regering in London, smalend ‘emigranten’ genoemd. Het had allemaal heel anders kunnen lopen: “Mits niet een groot percentage Nederlanders de Joodsche roddelbron uit de Londense schuilkelders als ‘richtinggevend’ was gaan beschouwen. “De ophitsing van de overzijde heeft hier reeds teveel ellende gebracht om de verordening betreffende de verbeurdverklaring der radiotoestellen nog langer op zich te laten wachten”14. Duidelijk is uit deze pro-Duitse propagandataal dat het inleveren van de radiotoestellen vooral was bedoeld om te voorkomen dat nog langer naar Radio Oranje werd geluisterd. Een veel eerder uitgevaardigd simpel verbod op het luisteren naar de Engelse zender had kennelijk niet de gewenste uitwerking gehad.
De stakingen hadden het karakter van de bezettingstijd in Drenthe duidelijk veranderd. Het optreden van de Duitsers werd als zeer bruut ervaren. De tegenstelling tussen Duitsers en pro-Duitse elementen als de NSB enerzijds en de anti-Duitsers anderzijds was verscherpt.
Voor de Duitsers was duidelijk dat hun nazificatíepolitiek dreigde te mislukken. Ze kregen duidelijk door dat in geval van oprukkende Geallieerde legers niet op vrijwillige medewerking van de meeste Nederlanders gerekend behoefde te worden. Sellmer formuleert het in zijn reeds aangehaald rapport aan Seyss-lnquart als volgt: “Es sei dahingestellt, wie sich die Bevölkerung verhalten hätte, wenn auf den Höhepunkt des Streiks ein Landungsversuch unternomen worden wäre oder man gar durch Flugzeuge Waffen abgeworfen hätte. lch glaube, dass wir dann mit einem sehr harten Widerstand zu rechnen gehabt haben würden”15. De Duitsers namen dan ook geen halve maatregelen. Commissaris De Vos van Steenwíjk werd ontslagen. Voor hem kwam de NSB-burgemeester van Emmen, Bouwman, in de plaats. Burgemeesters van Eelde, Odoorn, Sleen en Anloo werden door NSB’ers vervangen. Tot de bevrijding zouden er nog 16 gemeenten hetzelfde lot ondergaan, zodat 30 van de 34 gemeenten in Drenthe onder leiding stonden van een NSB’er16. Burgemeester Doornbosch van Borger bleef tot kort voor de bevrijding aan.
NSB’ers hadden zich over het algemeen terughoudend opgesteld in de dagen van de staking. ln enkele plaatsen in Drenthe hadden zij echter actief hulp aan de Duitsers verleend (o.a. in Nieuw-Buinen). Dat dit in brede kring kwaad bloed had gezet, zal duídelijk zijn. Enkele boerderijen van NSB’ers werden dan ook in brand gestoken (o.a. te Elp).
Voor vele Nederlanders stond na de stakingen wel vast dat met soortgeljjke openlijke daden van collectief verzet gewacht moest worden tot de Geallieerde strijdkrachten in of bij Nederland verschenen waren. Wel gaven de stakingen een impuls aan het geheim verzet17. Verzetsorganisaties beseften dat zij op brede steun van de Nederlandse bevolking konden rekenen. Steeds vaker konden ondercluikersplaatsen verkregen worden. Het was met het nogal vlot verloop van de arbeidsinzet gedaan18.
Slotopmerkingen
Hoewel in ons land op brede schaal werd gestaakt rond 1 mei 1943, was er toch geen sprake van een nationale staking. De grote steden, de spoorwegen en sommige landbouwgebieden deden niet mee. Toen Bouman in 1950 zijn dissertatie schreef over de April-Meistakingen was het hem er niet om te doen de beschrijving te geven van een nationale daad van verzet, maar om de regionale verschillen19. Voor Drenthe contateert hij dat de bevolking in het veenkoloniale deel gemakkelijker in beweging te brengen was dan die van het zanddeel. De achtergrond zou volgens hem gelegen zijn in de pioniersgeest van de jonge veenkoloniale bevolking, die zich verbond met een religieus en emotioneel gekleurde vaderlandsliefde. De oude Drentse dorpen daarentegen waren gewend aan collectieve reacties. Men staakte bijvoorbeeld omdat iedereen het deed. Hechte burenrelaties en minder gesloten gezinsverbanden maakten het ook erg moeilijk onderduikersadressen te krijgen. De kans om iets geheim te houden was gering. Het lijkt echter onverstandig de verklaring voor het voorkomen van verzet te verbinden met een ongrijpbaar begrip als volksaard. Zo neemt Bouman met instemming Van der Kley’s visie op de Drent over: “De Drent wordt gekenmerkt door een neiging, zich naar groepsnormen te schikken zonder de eigen individualiteit prijs te geven. Hij is traditionalistisch, zuinig en bescheiden, wat bedachtzaam en aarzelend, uiterlijk onaandoenlijk, maar toch fijngevoelig. Daabij komt een sterk gevoel voor recht en billijkheid”20. Dezelfde volksaard maakte dat er een relatief grote NSB-aanhang bestond, terwijl ook het verzet behoorlijk was vertegenwoordigd. Een zinnige verklaring lijkt het dan ook niet. Dat in Borger het stakende personeel van de zuivelfabriek minder medewerking ondervond dan in enkele buurgemeenten noopt Bouman tot het leggen van een verband tussen stakingsactiviteiten in vele zuivelfabrieken en de bezetting van deze bedrijven door Fries personeel. Volgens Boekholt vormde de aanleiding voor de staking weliswaar het opnieuw krijgsgevangen willen zetten van de Nederlandse militairen, maar was de achtergrond een protest tegen “de steeds verder toegenomen nazificatie van ons land, tegen de infiltratie van de NSB op steeds meer terreinen, tegen de jodenvervolging, tegen de aantasting van de vrijheid in het algemeen”21. Of in de gemeente Borger destijds deze nobele verontwaardiging het kenmerk was van iedere staker moet worden betwijfeld. Zolang niet door middel van bijvoorbeeld historische interviews nader licht wordt geworpen op de motieven van de deelnemers, houdt iedere verklaring iets abtracts. Misschien komen we later tot de conclusie dat men vooral zo massaal meedeed aan de staking omdat iedereen zo langzamerhand wel iemand in zijn naaste omgeving had, die door de Duitse maatregelen getroffen was en omdat er hier en daar mensen opstonden die leiderscapaciteiten en doorzettingsvermogen koppelden. Zij waren in de ogen vah velen geen illegalën, maar gewone burgërs, onschuldigen, zoals Berend Trip bijvoorbeeld.
Noten
- Th.F.M. Boekholt, De Nieuwste tijd, in: J Heringa e.a. (red.), Geschiedenis van Drenthe, Meppel 1 985, 668
- J. Bouman, De April-Meistakingen 1943, ‘s-Gravenhage 1950,15
- ibidem 18
- Rapport van de Beauftragte voor de provincie Drenthe, d.d.13-05-1943, in P.J. Bouman, De April-Meistakingen 1943, ‘s-Gravenhage 1950, 383-389
- Het Drentsche Dagblad,1 mei 1943 (RAD)
- Mondelinge mededelingen mevr. J. Rosing-Oudman, Borger
- Bouman, 90
- Interview met mevr. A. Tiesing-Boes, in: L. de Jong, De bezetting, dl 4, Amsterdam, 1968, 48
- de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 6 (juli ’42-mei ’43) Tweede Helft, ‘s-Gravenhage 1975, 823
- Tiesing-Boes, 49
- Bouman, 341 -342
- Mondelinge mededeling van de heer A. Folkers, Drouwen
- Het Drentsch Dagblad, 25 mei 1943 (RAD)
- Ibidem
- Bouman, 388
- Boekholt, 670
- De Jong, (1975), 824
- Ibidem
- 19
- Ibidem, 86-87
- Boekholt, 668
0 reacties