1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Verzet | Slachtoffers
  6. |
  7. Vijf verzetshelden van Borger

Vijf verzetshelden van Borger

0 Reacties

Op 20 december 1947 werd op de oude begraafplaats aan de Torenlaan te Borger een verzetsmonument onthuld. Het beeld, ontworpen door de beeldhouwster mevrouw Buma-Van Mourik-Broekman, herinnert ons aan de vijf Borgerders die gedurende de oorlogsjaren vielen voor de vrijheid. Wie waren deze mensen die voor onze vrijheid hun zo kostbare leven hebben gegeven

Reindert de Poel, geboren 24 april 1908 te Grijpskerk

Hij was directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Borger. Zíjn verzetsdaden waren o.a. het saboteren van de arbeidsinzet: dit was “het verplicht te werk gesteld worden van jonge Nederlandse mannen in Duitsland”. Om dit te voorkomen moesten er overvallen worden gepleegd o.a. op bevolkingsregisters en distributiekantoren. ln de nacht van 18 juni 1943 brandde het gemeentehuis te Exloo tot de grond toe af. Deze brand was aangestoken (sabotage) om het bevolkingsregister te vernietigen, zodat de bezetter geen namen meer na kon gaan. Verschillende mensen werden gearresteerd door de Sicherheidsdienst – dit is een soort van Duitse recherche waarbij ook Nederlandse verraders in dienst waren. De gearresteerden werden door martelingen gedwongen namen te noemen. Zo viel ook de naam van Rendert de Poel, waarna arrestatie en opsluiting in het Huis van Bewaring te Assen volgde.

Jans Diemer, geboren op 22 september 1922 te Borger

De naam van Jans Diemer viel eveneens. Hij was een slagerszoon en woonde bij zijn ouders thuis te Borger. Hij had pas zijn diploma van de H.B.S. te Stadskanaal behaald. Op deze H.B.S. was hij in aanraking gekomen met verzetslieden, waaronder leraren. Voor Borger werd hij een soort contactpunt voor het verspreiden van illegale bladen zoals ‘Trouw’ en ‘Vrij Nederland’. Ook werkte hij samen met Rendert de Poel. Samen met De Poel werd hij op 5 augustus 1943 gearresteerd door de beruchte S.D. (Sicherheitsdienst) en ook opgesloten in het Huis van Bewaring te Assen.

In de eerste zitting van het Polizeistandgericht te Assen werden Rendert de Poel en Jans Díemer ter dood veroordeeld en op 20 september werden zij met nog achttien anderen gefusilleerd op het schietterrein bij Witten (gemeente Assen). Eerst na de oorlog kwam aan het licht dat de achttien slachtoffers waren gecremeerd in het crematorium van het Jodenkamp te Westerbork. Een van de daar verblijvende Joden, die gedwongen was te helpen bij de crematie wist het kamp te ontvluchten; hij ging onderduiken en na de oorlog wees hij de plek aan waar de as van de gecremeerde verzetstrijders was begraven. Op deze plek werd ook een monument opgericht.

Roelof Oosting, geboren op 8 april 1911 te Borger

Roelof Oosting was een boerenzoon uit Westdorp. Hij was niet getrouwd en woonde bij zijn ouders thuis. De man was fel anti Natíonaal-Socialistisch en hij kon het onrecht niet zien. Hoewel zijn ouders het niet goedkeurden wierp hij zich ten volle in de verzetsstrijd, hetgeen steeds meer tijd en energie vroeg. Veel onderduikers en ook Joodse kinderen heeft hij geholpen, door ze onder te brengen en ze te verzorgen met geld en bonkaarten voor levensmiddelen. Hij werkte in verschillende dorpen, waar hij veel contacten had. Voor de oorlog had hij door een leidende functie in de V.C.J.C. (Vrijzinnige Christelijke Jeugdclub) practisch in elk dorp betrouwbare contactpunten.

Eens werd hij beschoten door de landwacht (een soort Nederlandse Nat. Soc. Ordedienst), wist te ontvluchten, maar zette desondanks zijn werk voort met Assen als centrum.

Op 18 september 1944 werd híj te Assen aangehouden op het moment dat híj radiotoestellen vervoerde. Hij werd reeds lang gezocht. Een paar beruchte Nederlandse S.D.’ers verhoorden hem. Hij weigerde pertinent iets te zeggen. ln het laatst van september 1944 werd door de Duitse S.D. bevel gegeven Roelof Oosting samen met nog iemand te fusilleren. Dit gebeurde door Nederlandse S.D.’ers in een stukje bos te Zeyerveld. Op 9 oktober 1944 werden de lijken gevonden. Het lijk van oosting werd na de bevrijding geïdentificeerd en herbegraven op de algemene begraafplaats te Borger.

Hendrik Meyeringh, geboren op 12 maart 1890 te Borger

Hendrik Meyeringh woonde te Borger. Hij was hoofd van de afdeling Gemeentewerken, Brandweercommandant en secretaris-penningmeester van het Waterschap ‘Noordvenen’. Hij was een rustig man, die zo te zien niet strijdlustig was, maar zich wel in zijn vakgebied in dienst stelde van de Nederlandse zaak. Hij las ‘Vrij Nederland en Trouw’ en werd medewerker van de geheime dienst Nederland. Hij verschafte inlichtingen over troepenbewegingen, versterkingen enz. en stond o.a. in contact met zijn collega Schoenmaker in de gemeente Odoorn. Door zijn beroep kreeg hij de kans om veel jonge mannen te behoeden voor gedwongen tewerkstellíng in Duitsland. Op 11 januari 1945 werd hij als medewerker van de Geheime Dienst Nederland in zijn eigen woning te Borger door de S.D. gearresteerd. Op 9 januari was namelijk één van zijn medewerkers te Assen gearresteerd en naar het Huis van Bewaring te Assen overgebracht. Deze sloeg door, terwijl er ook bezwarende gegevens in beslag werden genomen. De G.D.N. in Drenthe werd hierdoor bijna geheel opgerold. Zodoende werd ook de naam Meyeringh bekend. Onder leiding van een Nederlandse S.D.’er werd hij gearresteerd en naar het Huis van Bewaring te Assen overgebracht. Ontkennen kon hij niet – alles van en over hem was bekend. Hij werd ter dood veroordeeld. ln de nacht van 7 op 8 maart 1945 werd hij met nog vele anderen uit het Huis van Bewaring te Assen overgebracht naar Woeste Hoeve op de Veluwe. (Hier werden in de morgen van 8 maart 116 Nederlanders gefusilleerd, waaronder Hendrik Meyeringh. Zijn stoffelijk overschot werd na de bevrijding geïdentificeerd en herbegraven, onder een overweldigende belangstelling op de algemene begraafplaats te Borger (16 mei)).

Dr. Geert Geertsema, geboren op 20 maart 1906 te Noordbroek (Groningen)

Dr. Geert Geertsema woonde in Borger en was van beroep dierenarts. Geert Geertsema was vanaf het ontstaan van de  illegaliteit tot zijn arrestatie in januari 1945 commandant van de verzetsgroep in de gemeente Borger en Gasselte. Hij nam actief deel aan uit te voeren acties om de vijand zoveel mogelijk tegen te werken. Hij bouwde een zeer goed lopende verzetsorganisatie op. Hij maakte veel gebruik van de hem als dierenarts verleende bevoegdheid gedurende de nacht op straat te mogen vertoeven. Hij hielp veel onderduikers aan schuilplaatsen en hij voorzag hen tevens van de nodige levensmiddelen. Hij stond verder bekend vanwege de vele noodslachtingen ten bate van de burgerbevolking. Verschillende paarden, die door de Duitsers waren gevorderd, maakte hij ongeschikt, zodat vorderingen niet konden worden uitgevoerd. Door verraad werd de verzetsgroep Z.O. Drenthe opgerold. Met deze groep had ook Dr. Geertsema connecties als verbindingsman tussen Emmen, Coevorden en Assen. Op 13 januari 1945 werd hij te Borger gearresteerd en ingesloten in het Huis van Bewaring te Assen. Vandaar werd hij op transport gezet naar Neustadt in Duitsland. Bij nadering van de Canadezen werd hij overgebracht op het schip naar Athene en van dit schip op een andere boot de Cap Arcoria. Dit schip werd gebombardeerd onder de kust bij Neustadt in de buurt van Lubeck op 29 april 1945. Bij dit bombardement kwam hij om het leven. Zijn stoffelijk overschot werd later herbegraven op het Ereveld bij Loenen op de Veluwe.

Terroristen krijgen hun gerechte straf.

Dit stuk was opgenomen in de courant Het Nieuws van den Dag van maandag 27 september 1943.

Het speciale Polizeistandgericht heeft in Assen zijn eerste zitting gehouden tegen een groep terroristen, die maandenlang de Noordelijke provincies onveilig hebben gemaakt en door terreuraanslagen de Nederlandse bevolking grote schade hebben toegebracht. Het Polizeistandgericht heeft, zoals reeds kort is medegedeeld in deze zitting tegen 11 Nederlandse onderdanen de volgende vonnissen uitgesproken:

  1. Doodstraf tegen de 30 jarige handelaar Johannes Vis uit Stadskanaal.
  2. Doodstraf tegen de 32 jarige reiziger Anne Rutgers uit Stadskanaal.
  3. Doodstraf tegen de 25 jarige boekhouder J. Toet uit Staphorst..
  4. Doodstraf tegen de 25 jarige ziekenoppasser Gert Por uit Zuidlaren.
  5. Doodstraf tegen de 24 jarige machinist P. van Laarhoven uit Hasselt.
  6. Doodstraf tegen de 28 jarige gemeenteambtenaar Wessel Knot uit Exloo.
  7. Doodstraf tegen de 35 jarige leider van een arbeidsbureau Rendert de Poel uit Borger.
  8. Doodstraf tegen de 21 jarige H.B.S.er Jans Diemer uit Borger.
  9. Doodstraf tegen de 37 jaríge landbouwer Roelof Tuin uit Valthermond.
  10. Doodstraf tegen de 41 jarige gemeentesecretaris Andries Diepenbrug uit Odoorn.
  11. Tuchthuisstrafvan 10 jaar tegen de 26 jarige gemeenteambtenaar Harm Hooiveld uit Odoom.

De Doorvonnissen zijn enkele uren na de uitspraak voltrokkenen. In Friesland, Groningen en Drenthe zijn de laatste maanden in stijgende omvang en met grote brutaliteit daden van sabotage en terreur gepleegd. In totaal worden niet minder dan 70 gevallen vastgesteld. Vooral hadden zij betrekking op aanslagen op kantoren van de Burgelijke Stand, met het doel tewerkstelling in Duitsland te saboteren, verder waren het overvallen op distributiekantoren met roof van levensmiddelen-, tabaks- en benzinebonnen voor eigen gebruik of ter ondersteuning van illegale personen; voorts moordaanslagen op Nederlandse Nationaal-Socialisten en pro-Duitse personen, die gevaarlijk konden worden voor de terroristen en illegale personen. Het speciale Commando, dat doori de bevelhebber van de Sicherheitspolizei en van de S.D. naar de Noordelijke provinciën word gezonden, kon snel een aantal ophelderen en de daders arresteren.

Leden der terreurbende hebben gemeenschappelijk drie aanslagen gepleegd op het raadshuis van Stadskanaal, voorts heeft dezelfde groep een aanslag gepleegd op het raadshuis van Exloo, waardoor het gehele gebouw in de as werd gelegd. Dat deze mannen gevaarlijke mannen, gevaarlijke misdadigers waren, blijkt vooral uit de laffe en gemene moord, waarvoor zij niet zijn teruggetrokken. Op 30 juli 1943 vielen twee hunner de fabrikant W. Reilingh op het fietspad van Zuidlaren naar Midlaren aan en vermoorden hem met twee pistoolschoten, nadat zij van tevoren zijn levensgewoonten hadden nagegaan en vastgesteld, dat Reilingh dagelijks op een vaste tijd van zijn woning naar zijn kantoor reed. Reilingh was oudlid van de N.S.B. en stond bekend als pro-Duits. In de zitting van het Polizeistandgericht in het gerechtsgebouw te Assen bleek uit de uitvoerige behandeling der zaak dezer misdadigers hoe koel en met hoeveel overleg de leden dezer bende te werk gingen. Zij confereerden over de terroristische aanslagen alsof het ging om de gewoonste.dingen ter wereld. Zij informeerden naar namen van N.S.B.’ers, die in aanmerking kwamen om vermoord te worden en de jonge mensen, vaak uit Christelijke kringen, waren aanwezig bij de besprekingen en brachten candidaten in contact met de groep.

Ambtenaren werkten mede aan de voorbereiding der brandstichtingen, een hunner, die vreesde, dat een politieman hun zou verhoren, stelde de leider der terreurgroep voor, deze politieman uit de weg te ruimen. Zijn voorstel kwam te laat, want een andere terreurgroep had reeds een aanslag op hem gepleegd, welke gelukkig geen dodelijke gevolgen had. De leden der benden schrokken voor niets terug. Onder de dekmantel der Vaderlandsliefde vergrepen zij zich steeds weer aan goed en bloed van Nederlanders; zij wekten daarbij de schijn, alsof zij zich keerden tegen de Duitse weermacht, in werkelijkheid schaadden zij alleen de Nederlandse zaak.

Dat deze misdaden met de strengste straf gestraft moeten worden, is duidelijk voor ieder, die de talloze waarschuwingen gehoord heeft. Het polizeistandgericht heeft dan ook de aller strengste straffen uitgesproken. Tien van de elf misdadigers, die zich te verantwoorden hadden, moesten hun misdaden met de dood bekopen. De openbare aanklager noemde hen allen lage misdadigers, die de gerechte straffen voor hun daden  verdienen. Hij wilde hen als afschrikkend voorbeeld gesteld zien voor hen, die geloven te kunnen vertrouwen op de lankmoedigheid der bezettingsautoriteiten. De voorzitter van het polizeigericht zeide in zijn vonnis, dat er voldoende waarschuwingen gegeven zijn. Degenen, die desondanks niet willen horen, moeten de consequenties hunner daden trekken. Deze mensen hebben zich door de verstoring van de openbare orde tegen het Nederlandse Volk gekeerd, dat rustig wil werken en de grote moeilijkheden dezen tijd kent. Nederland noch Duitsland kan dit optreden van terroristen aanvaarden, daarom moeten de strengste straffen uitgesproken worden, opdat men eindelijk zal weten, wat dergelijke misdadigers te verwachten hebben. 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

  • Auteur: G. de Jonge
  • Bron: Borger in Oorlog – Een verzameling artikelen over de gemeente Borger in de Tweede Wereld Oorlog (1990)
  • © Stichting Harm Tiesing

Foto: K.E. Jansen

Jans Diemer schreef zijn afscheidsbrief vanuit de gevangenis uit Assen. Het afschrift werd beschikbaar gesteld door de heer J. Kuiper te Heerenveen (foto G. Egerts)