Hieronder volgt een verslag van het eerste gedeelte van de eerste raadsvergadering na de Tweede Wereldoorlog. In dit gedeelte kijkt burgemeester Gaarlandt van de toenmalige gemeente Borger terug op de afgelopen donkere periode uit onze geschiedenis.

Notulen van het verhandelde in de openbare vergadering van den tijdelijken vergadering van Borger op donderdag, 22 November 1945, des namiddags 14.30 uur. Tegenwoordig zijn alle leden: A. Kinds-Kok, W. Hulshof (weth.), J. Hadderingh, R. Greven, Joh. H. Folkers, G. Wever, H. Zondag, L. Kinds (wethouder), J. Trip Bzn, J. Hulshof, R. Eleveld, E. Bieze, 0. Reiling en H. Takens Azn.

Voorzitter: de waarnemend Burgemeester, Mr. K. H. Gaarlandt.
Secretaris: de gemeentesecretaris A. Ratering.

De voorzitter opent de vergadering en zegt het volgende: “Mevrouw, Heeren van de tijdelijke gemeenteraad. Het is ruim vier jaar geleden, dat de Raad in vergadering bijeen is geweest. Thans zijn wij ruim zeven maanden bevrijd. Het verheugd mij ten zeerste, dat de gemeente thans weer een vertegenwoordigend lichaam bezit, al zijn we dan niet allen tevreden over de wijze, waarop dat lichaam tot stand is gekomen. Vijf afschuwelijke jaren hebben wij onder de Duitsche bezetthg moeten doormaken en vele moeilijkheden zullen ons ook in de toekomst nog wachten. Nu de oorlog voorbij is en wij eenigszins op adem zijngekomen, de felheid aan de herinneringen aan die dagen iets is afgenomen en de zorgen van elke dag de gevoelens van vreugde en dankbaarheid over de bevrijding al weer wat dreigen op den achtergrond te geraken, past het ons toch onze soldaten en die der Geallieerden te gedenken en te danken voor het vrijmaken van Nederland. In de eerste plaats gaat onze dank uit naar hen, die hun leven voor onze vrijheid gaven. In de tweede plaats naar hen, die het verzet tegen de onderdrukker hebben wakker geschud en wakker gehouden en in het byzonder naar hen, die daarvoor het hoogste offer hebben gebracht, dat gebracht kan worden, hun leven. Ik noodig U uit hen die vielen staande te gedenken, n.l.:

1. K. Martens te Nieuw-Buinen, op l0 Mei 1940 gesneuveld te Rheden.
2. B. Trip te Nieuw-Buinen, in verband met zijn cordate houding tijdens de Meistaking en die op 2 Mei 1943 te Groningen is gefusilleerd;

3/4. R. de Poel te Borger, leider van het Gewestelijk Arbeidsbureau alhier en J. Diemer alhier, die beide, op 20 September 1943 te Assen zijn gefusilleerd, als zeer actieve leden van de verzetsbeweging;

5. J. Zuidema, afkomstig uit Drouwenermond, die op 18 Juni 1944 te Tilburg is gefusilleerd (verzetsbeweging);
6. R. Oostingh te Westdorp, medio September om het leven gebracht in het Zeijerveld (verzetsbeweging);
7. H. Meijeringh, gem. architect te Borger, op 8 Maart 1945 te Apeldoorn gefusilleerd (spionagedienst en wraakneming in verband met de aanslag op Rauter);
8. D. Mik te Nieuw-Buinen, overleden in April l945 te Wöbelin, die gearresteerd was in verband met een bankoverval te Almelo;
9. K.S. Pomp, onderwijzer te Nieuw-Buinen l2, overleden te Rochenberg op 21 April 1945, gearresteerd in verband met zijn werkzaamheden bij de verzetsbeweging en in Duitschland geinterneerd;
10. Dr. G. Geertsema, veearts te Borger, gearresteerd als voren en op 29 April 1945 overleden te Neustadt;

Van de Arbeidsinzet in Duitschland zijn niet teruggekeerd:

A.J. Schuurman te Nieuw-Buinen op 28 0ctober 1943 te Hamburg overleden.

E.T. Emmelkamp te Eeserveen op 20 Augustus 1944 te Bremen overleden.

1. Klaassens te Ees, in Duitschland overleden. Plaats en tijd niet bekend.

Van C. Jagt te Eeserveen is nog steeds niets bekend, terwijl van H. Harders te Nieuw-Buinen bericht is ontvangen, dat hij in een ziekenhuis ligt in de Russische zöne.

Hierna wordt op verzoek van de Voorzitter eenige ogenblikken stilte betracht om in gedachten bij genoemde personen en hun familiebetrekkingen te verwijlen.

De Voorzitter vervolgt: Nu deze verschrikkelijke tijd van ongekende spanning gelukkig tot het verleden behoort, wil ik bij de toekomst niet te lang stilstaan. De troonrede hebt Gij allen gelezen, die in het kort neerkomt, eenerzijds op een opsomming van vele en grote moeilijkheden, waarvoor de regering staat, anderzijds mogelijkheden opent, die moeilijkheden op te lossen.  En deze moeilijkheden moeten worden opgelost. Zoo staat ook Gij als leden van de tijdelijke gemeenteraad voor de zeer zeker niet gemakkelijke taak mede te werken aan de opbouw van de gemeente Borger. Geeft U geheel, met opgewektheid aan die taak, heb daarbij, evenals ik, het volste vertrouwen in het Nederlandsche Volk. Verder verwacht ik van U, dat Gij elkander onderling vertrouwen zult geven. Welk werk U staat te wachten, daarvan zal ik geen opsomming geven, maar het is niet weinig. Ik hoop, dat U bevrediging zult vinden in de vervulling van de U gegeven opdracht, om in het belang van de gemeente werkzaam te zijn. En hiermede open ik de eerste vergadering van de tijdelijke gemeenteraad.”

Daarna volgde het beëdigen van de raadsleden en het benoemen van de wethouders.