Op de dag van de Duitse inval je zesde verjaardag vieren, dat overkwam Geesje Eising. Vervolgens miste zij haar vader, die toen in militaire dienst was. Het is dus begrijpelijk dat in deze bijdrage de familie een grote rol speelt!
Zestig jaar geleden, op de dag van mijn zesde verjaardag, begon het ’s morgens vroeg. Geluiden die mij totaal onbekend waren, angstig makende geluiden, knallen, doffe dreunen en vliegtuigen in de lucht. Het was mijn verjaardag; mijn papa was in militaire dienst. Om te voorkomen dat de Duitsers ook ons land zouden binnenkomen waren alle dienstplichtige mannen opgeroepen het land te verdedigen wanneer het zóver zou komen. Ver weg van het vertrouwde Borger wachtte mijn papa in de provincie Utrecht in het Fort Vecht op de dingen die zouden komen. Het is zinvol, vooral voor jonge mensen, te weten wat oorlogsdreiging en een inval van de vijand tot gevolgen heeft op de loop van de gewone dagelijkse zaken. Zakenmensen, 1andbouwers en onderwijzers werden uit huis en uit hun werkzaamheden opgeroepen om tegen een kleine kostwinnersvergoeding verplicht de wapens op te nemen. De achterblijvers hadden te zorgen dat de werkzaamheden voor het dagelijks brood werden gedaan, hoe dan ook. Bij ons werd iemand voor de werkzaamheden ingehuurd.
Ik was jarig, daar begon dit verhaal mee. Het grote kabaal werd veroorzaakt doordat de Buinerbrug, de Eeserbrug en de Westdorperbrug door Nederlandse militairen werden opgeblazen om de aankomende bezetter de doorgang te belemmeren. De familie Polman van de Eeserstraat kwam bij ons in huis in die bange meidagen. Alle bewoners rond die bruggen moesten gedwongen elders onderdak zoeken. Het gevaar van rondvliegende brokstukken van de brug en de te verwachten gevechten tussen Nederlandse- en Duitse militairen was groot. De boerderij waar wij toen woonden was de latere museumboerderij, later bewoond door Hans Heyting.1) Angst, verdriet en vooral grote zorg had zich meester gemaakt van mijn moeder en grootouders.2) “Waar is mijn Jan en wat gebeurt er met ons allen in dit land?” Mijn neefje Jan van oom Andries en tante Wilmie, vriendinnetjes en buurkinderen kwamen voor mijn verjaardag. Mama kon er door de ontstane ellende geen aandacht aan schenken. Dan zegt mijn grootmoeder: “Aolie, doe most die kinder wat weck geven, zie begriept d’r ja niks van.” En zo gebeurde. Het verstand moest weer worden gebruikt om het leven door te kunnen laten gaan.
Toen kwam de brief van mijn papa uit het verre Utrecht. Graag stel ik deze brief ter beschikking. Puur van taal waaruit visie blijkt, maar ook realisme voor de feiten en bovenal een groot levensvertrouwen. Na de capitulatie van Nederland op 15 mei kwam hij snel weer thuis. Diep in de nacht kwam hij toen, hij ging eerst naar de buren om te vertellen dat hij terug was, anders zou de schrik in de nacht te groot zijn.
Bij de bevrijding van Borger in april 1945 kregen wij weer een familie uit de buurt van de Eeserbrug in huis. Evenals in 1940 werden de bruggen opgeblazen. Een aantal 1eden van de familie Fidder en wij brachten angstige dagen door in de kelder van onze boerderij aan de Hoofdstraat A 31 naast de school.3) Onze evacué lna uit Den Haag was er 4), tante Tantje en oom Kobus 5) en familie van hen uit het westen. De Duitsers hadden enige tijd voor de bevrijding de lagere school in beslag genomen als onderkomen en daarbij ook ons huis voor wat betreft de deel, de schuur en de `geut’. Ze wilden ook mijn slaapkamer hebben, maar dat heeft pap weten te voorkomen door te stellen dat dit de slaapruimte was van Geesje en onze evacué lna. De school werd gehouden in het café van `Santings Geertie’6), café Oosting en de kapel van de N.H.-kerk.
Op een avond werd er nog laat aan de deur gerammeld op een tijd dat niemand buiten mocht zijn. Pap deed open. Er stond een Duitse soldaat. Hij zei: “Ich wohne hier.” Mijn pap zei: “Kom er dan maar in,” wist hij veel? Je was in feite vogelvrij, tegenspreken was er niet bij met zoveel militair gespuis onder dak. Op het fornuis werden dikke stukken varkensvlees gebraden door de Duitsers, ze stookten het vuur zó hoog op dat de vonken de schoorsteen uitvlogen. Wij durfden niets te zeggen, want ze hadden ogenblikkelijk hun weerwoord met maatregelen die er meestal niet om logen. Tót er een soldaat met een zak rogge op de nek over het schoolhek klom. Mijn altijd zeer beheerste pap werd furieus, ging er achteraan en nam de zak rogge weer in zijn bezit, de soldaat verbouwereerd achterlatend. Er gebeurde niets! Om de waardevolle spullen, waaronder sieraden en het gouden oorijzer van mijn grootmoeder, uit handen van de Duitsers te houden begroef pap deze in de tuin. Groot was dan ook de schrik toen in de dagen van de bevrijding een groep Letten, die onder dwang in Duitse dienst waren, loopgraven gingen graven in onze tuin op enkele meters afstand van de plek waar de waardevolle spullen waren verstopt.
Rond de negende april begonnen de gevechten tussen vluchtende bezetters en onze bevrijders, de Polen. Wéér was er kanongebulder en het scheurende geluid van kogels. Mijn verjaardag, die 10e mei 1940 vergeet ik nimmer meer en kort voor mijn verjaardag in 1945 was op de 5e mei de capitulatie van Duitsland, de toen gehate bezetter.
Noten
1) De museumboerderij aan de Hoofdstraat waar wij tot 1 mei 1941 woonden.
2) Mijn ouders: Jan Eising en Aaltje Pots. Hun kinderen: Jan, Geesje en Harm. Mijn ouders waren naar het gebruik van toen bij paps ouders ‘ingetrouwd’. Dit waren Jan Eising en Roelfien Dijks. Hun kinderen: Jan, Lammechien, Andries, Lambertus.
3) Boerderij locatie” Hoofdstraat A 31. Hier woonden wij van 1 mei 1941 tot 18 januari 1957. Nú drogisterij Wichertjes en de winkels aan de Grote Brink. Voordien: eerst de kerk, de pastorie, de school en dan de boerderij van Eising, daarnaast de familie Slim en vervolgens garage van der Vlag.
4) Ina is tot onze familie gaan behoren. Met haar is er nog altijd een innig contact.
5) Tante Jantje was een zus van mijn grootmoeder Roelfien Dijks. De echtgenoot van tante Jantje was Kobus Lammers, postkantoorhouder in Borger.
6) ‘Santing Geertie’s’ café, de boerderij van Hamming en kapper Sanders op de hoek van de Torenlaan. Op deze locatie is nu de rotonde.
- Auteur: Geesje Meiborg-Eising
- Bron: Oorlogssporen
- Uitgave van de Zwerfsteen, historisch tijdschrift van Stichting Harm Tiesing, jaargang 14, nr. 2.
- © Stichting Harm Tiesing

Jan Eising en zijn vrouw Aaltje Eising-Pots, wandelend met hun oudste zoon Jan langs de kerk in Borger (1933). (Collectie: G. Meiborg-Eising)

De brief van Jan Eising aan zijn vrouw, kinderen en verdere familie, geschrven op 10 mei 1940, de dag van Geesje's verjaardag.

Jan Esiing (geboren 27 november 1904, overleden op 5 april 1980), zoon van Jan Eising en Roelfien Dijks. De foto is genomen in 1939, tijdens de mobilisatie, door fotograaf L. van Groningen. De fotozaak was destijds in de Kerkstraat te Assen. (Collectie G. Meiborg-Eising)

De familie Eising, gefotografeerd in 1915. Vanaf links: Eltje Eising (schoonzus van Roelfien), Roelfien Eising-Dijks (moeder van de kinderen), Lambertus Eising, Lammechien Eising, Lammechien Eising-Heling ( grootmoeder), Jan Eising, Andries Eising, Lammechien Eising-Van Rein (schoonzus van Roelfien). De karakteristieke boerderij is helaas zo'n twintig jaar geleden in vlammen opgegaan (Collectie: G. Meiborg-Eising)

Geesje en Jan Eising, respectievelijk 8 en 11 jaar ouid. De foto dateert uit de beginjaren van de oorlog. (Collectie: G. Meiborg-Eising)

Kobus Lammers, postkantoorhouder te Borger en Jantje Dijks. Beiden waren met de familie Eising in de schuilkelder aanwezig tijdens de bevrijding van Borger. (Collectie: G. Meiborg-Eising)

De boerderij waar de familie Eising woonde van 1 mei 1941 tot 1 januari 1957. Hoofdstraat A31, naast de school. Op de achtergrond de kerk en nog een klein stukje hotel Bieze. Naast de kerk stond de pastorie, dan de school, de boerderij van Eising, het huis van de familie Slim en de garage van Van der Vlag. Op de solex zien we Harm Eising, daarachter loopt Jan Eising. Wie de personen verder op de achtergrond zijn is (nog) niet bekend. Foto genomen in de jaren '50? (Collectie: G. Meiborg-Eising)

Voorjaar 1952. Foto voor het café van 'Santings Geertie' in het centrum van het dorp. Daarnaast de boerderij van de familie Hamming en, nog net zichtbaar, de woning van kapper Sanders op de hoek van de Torenlaan. Links van de lindebomen is nog net een klein stukje van hotel Bieze te zien. Nu is deze plek ingericht als rotonde. Jan Eising met broer Harm achterop de solex maken het plaatje compleet, Omdat de Duitsers enige tijd voor de bevrijding bezit hadden genomen van de lagere school, werden de lessen gegeven in het café op de foto. (Collectie G. Meiborg-Eising)
0 reacties