Tijdens de oorlogshandelingen rond de bevrijding van Borger en Odoorn zijn drie Polen om het leven gekomen. ln Buinen worden ieder jaar op 12 april Stanislaw Bieliniec en Stanislaw Kowazczyk geëerd. In een gedenksteen zijn hun namen voor het nageslacht bewaard gebleven. In Klijndijk liet Boleslaw Laskowski op 11 april het leven. Zowel in Borger en als in 2e Exloërmond sneuvelden in het eerste oorlogsjaar twee Polen in RAF-dienst. In Breda worden jaarlíjks alle Polen die in de oorlog zijn omgekomen herdacht op het Poolse ereveld aldaar. Hier zijn de Polen die ín Nederland de dood vonden opnieuw begraven. ln dit verhaal maakt u nader kennis met deze soldaten. Wie waren zij en hoe zagen Stanislaw Kowalczyk, Stanislaw Bieliniec en Boleslaw Laskowski er uit?
Vijf gesneuvelde Polen
Poolse gasten
Vijf jaar geleden kwam een groot aantal Poolse bevrijders naar Borger voor de viering van de bevrijding. Zij kwamen als gasten van de gemeente Borger. Jan van Gerner uit Buinen is sinds hun bezoek gegrepen door de geschiedenis van de 1e Poolse Pantser Divisie van generaal Maczek. Hij is in de archieven gedoken, is gaan corresponderen met andere onderzoekers en heeft een geweldige hoeveelheid historisch materiaal over de Poolse militairen bijeen gebracht, waaronder ook foto’s van de gesneuvelden en informatie over hun leven. Hij kon daarbij gebruik maken van de documentatie van H. Venema uit Stadskanaal. Mede dank zij deze mensen zijn wij in staat om u voor te stellen aan Stanislaw Kowalczyk, Stanislaw Bieliniec en met name dankzij Hef Kerkkrantje van de Hervormde Gemeente van ds. Van Lunzen weten wij hoe Boleslaw Laskowski voordat de gemeente Odoorn geheel bevrijd was het leven liet.
Stanislaw Kowalczyk
Op 17 februari 1907 werd Stanislaw Kowalczyk geboren in het dorpje Gebarzew in Polen. Zijn ouders waren Josef en Antonina, geboren Bednarczyk. Stanislaw was getrouwd met Maria Fajdek en had een zoon genaamd Henryk (geboortedatum: 6 juni 1932). Voor het uitbreken van de oorlog woonde hij in Osada Stary Dwor, Baranowicze, Nowogrodek in Polen.
In 1940 werd hij door de Russische Staatspolitie (NKVD) gedeporteerd naar een werkkamp in de Sovjet Unie. (Polen was in 1939 aangevallen door Duitsland en de Sovjet Unie als gevolg van het monsterverbond tussen Hitler en Stalin.) Stanislaw werd vrijgelaten als gevolg van een amnestie in 1941. De Sovjet Une verkeerde toen in staat van oorlog met Duitsland.
Op 4 april 1942 nam hij dienst het Poolse leger; hij was toen 35 jaar oud. Hij diende in het Midden-Oosten en werd op 8 oktober 1942 overgeplaatst naar Engeland.
Hij diende in Engeland en op het continent, waar hij met het 10e Gemotoriseerde Bataljon (dragonders) van de 1e Poolse Pantser Divisie deelnam aan de veldtocht in Frankrijk, België en Nederland, van 30 juli 1944 tot aan zijn dood op 12 april 1945. Stanislaw kwam om het leven bij de Eeserbrug van Borger, toen de carrier waarin hij zat onder Duits vuur werd genomen.
Hij werd eerst begraven op het kerkhof van Odoorn, maar is uiteindelijk herbegraven op het Poolse ereveld in Breda. Koporaal Kowalczyk is postuum onderscheiden met het Poolse Kruis van Verdienste, de Britse Ster, de Frankrijk en Duitsland Ster en de Oorlogsmedaille 1939- 1945.
Stanislaw Bieliniec
Stanislaw Bieliniec werd 22 september 1921 geboren in Miercze. Zijn ouders waren Kazimierz en Paulina, geboren Lizak. Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog woonde hij in Kolonia Strzelecka in Oost-Polen. In 1939 werd dit gebied geannexeerd door de Sovjet Uhie en werd Stanislaw gedeporteerd naar een werkkamp in de Sovjet Unie. Hij kwam vrij door de amnestie van 1941 en sloot zich op 18 april 1942 aan bij de Poolse troepen onder Brits commando. Hij deed dienst in het Midden-Oosten, waama hij op 16 oktober 1942 werd overgeplaatst naar Engeland. Hij nam met het 10e Gemotoriseerde Bataljon (dragonders) van de 1e Poolse Pantser Divisie deel aan de campagne in Frankrijk, Belgié, Nederland en Duitsland. Hij was betrokken bijde slagen om Caen, Falaise, Chambois, Roulers, Thielt, Gent, St. Nicolaas, Stekene, Koewacht, Axel-Hulst, Merxplas, Baarle-Heide, Baarle-Nassau, Gilze, Breda, Moerdijk en de Moezel. Bieliniec raakte op 18 augustus 1944 gewond tijdens de actie bij Chambois in Frankrijk. Hij voegde zich op 11 september weer bij zijn onderdeel. Op 12 april 1945 sneuvelde hij tijdens de gevechten bij Buinen en werd eerst begraven in Borger. Hij werd onderscheiden met de Poolse Eervolle Onderscheiding voor Verwondingen, met de Britse 1939-1945 Ster, de Frankrijk en Duitsland Ster en de Oorlogsmedaille 1939-1945.
Ds. H. van Lunzen schrijft in Het Kerkkrantje als hij Laskowski memoreert: “Wij Hollanders zijn vaak een koud volk, maar in dankbaarheid voor hen, die voor ons vielen mogen wij niet koud zijn. In Buinen viel ook één der Poolsche bevrijders. Dadelijk na de bevrijding zorgden de Buiners dat er een treffend monument voor deze gevallene werd opgericht (vlak bij de spoorwegovergang). Waarom gebeurde zoiets in Odoorn niet?”
Boleslaw Laskowski
Op 11 april 1945 werd de Poolse wachtmeester Boleslaw Laskowski van de 10 PSK (10e Regiment Bereden Jagers) in Klijndijk door vijandelijk vuur dood geschoten.
Nogmaals Van Lunzen, die in verschillende Kerkkrantjes (augustus 1948, mei 1959 en maart 1965) schrijft over Laskowski: “Op die prachtige voorjaarswoensdag naderde het zware gezoem van de pantsermotoren over de Melkweg de Hoofdweg in Klijndijk. Op de voorste staat wachtmeester Laskowski, de verrekijker voor de ogen. Onweerstaanbaar dendert de tank voorwaarts. Stram en hard zijn deze Polen, zij nemen revanche op wat Duitsland hun land aandeed in die vloekbare septemberdagen van 1939.”
De Poolse soldaten kwamen vooral in bogen en omwegen door Drenthe, omdat d ehoofdwegen de meeste obstakels hadden. Van Lunzen vervolgt: “Ook Laskowski weet dat op dat moment nog overal vijanden kunnen schuilen. Hij rijdt voorbij het ‘bosje van Marissen’. Nauwkeurig zoekt hij het af. Plotseling klinkt echter van de ander kant een schot. Van de kant waar het gevaar niet wordt verwacht. De kogel boort zich door de helm heen. Als antwoord ratelen onmiddellijk de zware mitrailleurs naar de richting vanwaar het schot kwam. De andere pantsers nemen de taak over en dringen naar voren nadat het voertuig van Laskowski heeft stilgehouden. Op het moment dat zijn kameraden zich over hem heen buigen leeft Laskowski nog. Op weg naarhet ziekenhuis in Emmen overlijdt hij echter. In Emmen op het (nieuwe) kerkhof Wolfsbergen werd hij begraven. Hij werd postuum onderscheiden met het Poolse Kruis van Verdienste met zwaarden, het Dapperheidskruis en de Oorlogsmedaille 1939-1945.
Wachtmeester Boleslaw Laskowski werd geboren in januari 1915 als zoon van een landbouwer in het dorp Wola Tlomakcwa, zoon van Stanislaw en Jozefa. In het jaar 1930 werd in zijn dorp een vrijwillige brandweer opgericht en hij werd daarvan een actief lid. In 1936 trad hij in militaire dienst. Hij bekleedde de rang van onderofficier (wachtmeester), was ongehuwd en had drie broers en drie zusters. Hij vocht in 1939 bij Krakau tegen de invallende Duitsers.
Van Lunzen: “In het zelfde uur waarin wij de last en de benauwenis, de angst en zorgen van vijf zware verdrukkingsjaren van ons voelden afgewenteld in een door geen pen te beschrijven innerlijke vreugde, gaf een zoon van Polen het kostbaarste wat hij geven kon: zijn leven voor onze vrijheid. Zijn bloed stroomde neer ver van zijn vaderland op de aarde van een hem onbekend land, dat hij al vrijwilliger wilde helpen bevrijden.”
En in 1959 schrijft hij: “Zolang zijn vaderland nog niet de volle vrijheid heeft zal het stoffelijk overblijfsel daar wel blijven.* Op dat kerkhof rust hij naast drie andere gesneuvelde kameraden: Stanislaw Nowak, Marian Ratajzyk, Jozef Zmarzly.
In Odoorn kreeg in 1965 de Kampweg de naam van de in Klijndijk gesneuvelde Pool en heet sindsdien Laskowskilaan. In 1948 vraagt Van Lunzen al om een voorstel van de raad om straten te noemen naar hen die vielen in de oorlog. Pas in de jaren zestig gebeurt dat. Naast Laskowski worden ook de verzetslieden Johannes Schoenmaker, Andries Diepenbrug, Albertus Zefat, Roelof Tuin en Wessel ]an Knot geëerd met een naar hen genoemde straat.
Een ooggetuige
H. Venema uit Stadskanaal heeft tussen 1969 en 1980 grondige naspeuringen gedaan naar het verloop van de Poolse aanval op de Duitsers. Zo spoorde hij ook een ooggetuige op, S. Maciejewski, destijds dragonder bij het 10e Bataljon. Deze wist zich nog een bijzonder voorval te herinneren. Daar de Eeserbrug zodanig verwoest was dat er geen militaire voertuigen overheen konden, besloot de peletonscommandant een bijzondere patrouille samen te stellen van ongeveer 25 dragonders op de fiets! In Ees werden de benodigde rijwielen verkregen, met de toezegging aan de bevolking dat ze de fietsen terug zouden krijgen. De patrouille is er via Gieten en Eext tot in Noordlaren mee gekomen. Ze fietsten op surrogaatbanden en leden geen verliezen onderweg. Waarschijnlijk is dit de zogenaamde spookpatrouille geweest, waarover destijds in het gebied werd gesproken.
Naar het aantal doden en gewonden aan Poolse zijde deed Venema ook onderzoek. In de periode 1944 -1945 verloor de 1e Poolse Pantserdivisie 1289 militairen, waaronder 98 officieren. Daarnaast raakten er 3824 Polen gewond.
Al eerder verliezen
Maar er sneuvelden al eerder Polen in ons gebied. Op 3 juli 1940 vond in Borger Stanislaw Kedzierski de dood en een dag later tussen 1e en 2e Exloërmond Boleslaw Stachon. Beiden waren, in dienst van de Royal Air Force (afdeling PAF), boven Drenthe neergeschoten. In het Poolse legerwas Stachon generaal-majoor. In Engelse dienst was hij luitenant-kolonel.
* De stoffelijke overschotten in Noord-Nederland zijn in 1962 opgegraven en herbegraven in Breda.
- Auteurs: Roelof Hoving en Tjesse van de Kamp
- Uit: Oorlogssporen

Poolse bevrijders achter het huis van Lukas (Loeks) Alfering, Hoofdstraat 75 in Buinen. Het meisje is Zwaantje Alfering, de man met de pet is Jop Trip en daarnaast staat Gezienus Huizing (foto archief Stichting Harm Tiesing).

Herinneringsmonument in Buinen aan de weg naar Exloo ter nagedachtenis van de op deze plek gevallen Poolse soldaat Stanislaw Bieleniec (12 april 1945). Het monument werd onthuld op 12 april 1946. Door de Buiner bevolking werd op spontane wijze geld voor dit gedenkteken bijeengebracht. De maker van de monument was steenhouwerij Weys uit Wildervank. Collectie G. de Jonge.
0 reacties