1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Bevrijding
  6. |
  7. Bevrijding stopt angst op de Bult...

Bevrijding stopt angst op de Bult bij Buinen

0 Reacties

Buinen, 11 april 1945. Die dag begon voor mij in mijn woonplaats Nieuw Buinen. Het was mooi lenteweer en voor mij thuis niet meer uit te houden van de spanning. Al een paar dagen was het gerommel van de oprukkende bevrijders te horen. Het was mijn vaste dag om naar Buinen te gaan om bij Harm en Aaltje ‘van de Bult’ clandestien melk te halen, zo tegen 6 uur ’s avonds, steeds er voor zorgend niet gecontroleerd te worden en voor spertijd binnen te zijn. Zo was ik elke avond op pad. ’s Morgens vroeg smeekte ik mijn ouders of ik toch zo vroeg mogelijk naar Buinen mocht. Ik kreeg toestemming en vertrok direct op mijn fiets met twee versleten surrogaatbanden. Direct al, van de Kerklaan tot Buinerveen, 1ieten de bewoners zich niet op straat zien. Wel riepen ze me na dat het niet vertrouwd was nog van huis weg te gaan. Bij Buinerveen werd me aangeraden om te keren, want de Duitsers waren bezig de straat te versperren richting Buinen. Eigenwijs dacht ik dat ze me wel zouden doorlaten, als ik zei naar Buinen te moeten. Bij de eerste post mocht ik als laatste passeren. Verderop marcheerden soldaten die me gewoon voorbij lieten gaan, maar bij de brug waren de daar aanwezige Duitsers uiterst paraat. Men liet me niet meer door; de doorgang was afgesloten. Er moest een hogere in rang bijkomen. Hij zag dat teruggaan ook onmogelijk was, zodat ik onder begeleiding over een binnenpad de weg gewezen kreeg, maar ik moest haast maken. Wel had ik goed kunnen zien dat er geschut opgesteld stond en een verrekijker op statief. Allen wezen richting Exloo en Valthe. Aangekomen bij de familie Marissen, de laatste boerderij aan de weg Buinen- Exloo, op de Bult, was de ernst van het moment duidelijk aanwezig. Men zat in grote angst voor represailles van Duitse zijde. Pas toen hoorde ik van Harm en zijn vrouw Aaltje dat mijn oom Mans uit Emmer-Erfscheidenveen, die persoonlijk door de Duitsers gezocht en opgejaagd werd, via Nieuw- Weerdinge, Valthermond en Nieuw-Buinen, bij de familie Marissen een veilige schuilplaats had gekregen sinds eind 1944. Daarvoor droeg hij heel actief in het verzet zijn steentje bij, waar hij uiteindelijk voor moest onderduiken. De avond van de 10e april na spertijd werd oom door een motorordonnans opgehaald om zich bij het verzet weer dienstbaar te maken. Dat was een stout stukje van de ondergrondse, maar het was aan de Duitsers niet onopgemerkt voorbij gegaan. Harm kreeg hen binnen een uur op bezoek. Hij redde eerst nog de situatie door te zeggen dat er iemand geweest was om de weg te vragen. Ze zouden terug komen en wee als hij onwaarheid had gesproken. Harm had met zijn verrekijker de bedrijvigheid bij de brug gezien, waar het geschut, meende hij, scherp op zijn boerderij was gericht. Nadat ik verteld had wat ik had gezien, werd besloten om het veld in te gaan met de twee kinderen, voor het geval de moffen de boerderij zouden beschieten. Maar het veld bood weinig beschutting en er kwam iemand waarschuwen dat we daar helemaal in de vuurlinie zaten als de bevrijders via Exloo naar Buinen zouden trekken. Terug dus! Bij de boerderij waren twee wipkarren zo gezet dat die de eerste buffer vormden. Daarna gingen we dekking zoeken naast de schuur. We zaten nog maar even, toen er een jeep, waarin drie soldaten zaten, in volle snelheid over de straat naar Buinen reed. Deze jeep werd 800 meter verder door een flinke serie kogels geraakt en kwam dwars op de weg tot stilstand. Aan de kant van de brug viel een soldaat uit de jeep, aan de andere kant kropen de twee anderen er uit en sleepten de gewonde in de berm. Terwijl de kogels voorbij floten, zigzagden de twee ongedeerde soldaten terug over de straat achter een verhoging waar toen nog de spoorrails lagen. Bij de boerderij kwamen ze over de weg aangehold met de stengun in de aanslag, hevig bevend, zodat een stengun afging en de schrik er helemaal inzat, ook bij ons. Ze vroegen om een vervoermiddel. Harm liet ze zien wat er was. Ze namen de enige goede fiets en gingen er met zijn tweeën slingerend op vandoor, richting Exloo. Wat mij altijd bij is gebleven, was de vlammend rode haardos van de ene soldaat (Oranje boven). We hadden de bevrijders gezien en geholpen, maar we wisten dat dit de Duitsers niet ontgaan kon zijn. Dat de jeep als afleidingsmanoeuvre daar had gereden, wisten we toen niet. Toen vroeg Harm: “Zullen we de Heer om bescherming vragen, voor ons, en voor de bevrijders?” Plotseling hoorden we een zacht regelmatig gezoem en we zagen het mooiste schouwspel. Uit het bos en dwars door het veld kwamen over een landweg, van een heel andere kant, de tanks als dikke kevers aangerold. Ze kwamen overweldigend, behoedzaam, gedisciplineerd, groots, en ontroerend. Was tegen deze aanblik nog een vijand bestand? Op de landweg werd halt gehouden bij een loods. Er kwamen enkele Duitsers met de handen omhoog naar buiten en een witte vlag werd gehesen, waarna de hele troep snel de weg naar café Doedens opdraaide. Maar toen brak de verschrikking van de gevechten los. Er werd langdurig geschoten, waarbij al direct een Poolse pantserwagen werd geraakt en de inzittende Poolse soldaat gedood. Toen er niet meer werd geschoten, bleven we toch nog wachten tot we zagen dat de vlaggen uitgestoken werden ginds bij de buren. Toen was er geen houden meer aan! Buinen was vrij en wij wilden de bevrijders zien. Wat een stoere binken, wat een joviale jongemannen, wat een wondermooie uniformen en hun materieel, alles glom en blonk. Het was feest. De angst was weg, het verraad had geen kans meer. De boerderijen en alle hooibergen werden onderzocht op Duitse soldaten, die zich verstopt hadden. Ze werden opgebracht en afgevoerd, evenals de NSB’ers. Wat een bevrijding, wat een opwinding! Die avond kwam ik ver na spertijd thuis. Met chocola en sigaretten, brullend: “Wij zijn bevrijd en ik heb het zelf gezien!”

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

  • Auteur: Wilhelmina Kugel-Middel
  • Bron: Oorlogssporen
  • Uitgave van de Zwerfsteen, historisch tijdschrift van Stichting Harm Tiesing, jaargang 14, nr. 2.
  • © Stichting Harm Tiesing

Dit kaartje maakte de schrijfster bij haar verhaal. De krant plaatste het erbij. Voor een goed begrip: De windrichtingen zijn op dit kaartje niet goed gevolgd. Eigenlijk had de illustratie op de kop afgedrukt moeten worden.