1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Bevrijding
  6. |
  7. De dag dat Borger en omliggende...

De dag dat Borger en omliggende dorpen werd bevrijd

0 Reacties

Hoe werd de oorlog door de inwoners beleefd

Hoe was de dag van de bevrijding voor de inwoners van Westdorp, Ees, Bronneger, Buinen, Drouwen en Borger? In voorgaande edities van de Zwersteen, vooral dan de jubileumedities van 1995 en 2000, staan enkele verhalen over hoe de bevrijding werd ervaren. Dit tezamen met de video-opnames van ‘Dikke Verhalen’ over de oorlog en de bevrijding, geven een nog rijker beeld. Bij een bezoek aan het Woon- en Zorgcentrum Borgerhof sprak ik nog met een paar kinderen van de oorlog. Tieners waren zij aan het eind van de oorlog. En daar waar het geheugen hun behulpzaam was, vertelden ze over hun ervaringen. Daar komt nog bij dat Jeep Ottens een kort verslag van zijn vader Harm aan de Harm Tiesing Stichting stuurde, met herinneringen aan de bevrijding daarbij van zijn zus en hemzelf. Deze vier rijke bronnen vormen de basis van dit stuk. Dat probeert een inzicht te geven in hoe de inwoners van de oude gemeente Borger, de laatste momenten van de oorlog hebben doorgemaakt. Het is hoe de dorpen het beleefd hebben. Hoe het was voor de ‘normale’ inwoner. Voor de slager, de boer, de cafébaas. De niet joodse inwoner.

Bevrijdingsdag breekt aan

Het is prachtig voorjaarsweer op 12 april 1945. In de dorpen van de oude gemeente Borger gonst het al dagen. De Duitsers maken zich op voor het gevecht. In Westdorp, Buinen en Borger krijgen mensen te horen dat ze beter hun huis kunnen verlaten. Duitse soldaten waarschuwen bewoners die hun woning in de vuurlinie hebben staan. Sinds een paar maanden is de avondklok ingesteld en mag niemand meer naar buiten na acht uur ‘s avonds. Vijf dagen eerder ging het flink tekeer in Westdorp. Hier waren Franse parachutisten geland, die in gevecht raakten met de Duitsers. Onder de codenaam Operatie Amherst landden overal in Drenthe geallieerde parachutisten. In Westdorp werden de parachutisten overmeesterd door de Duitsers. Enkele Fransen werden afgevoerd.

Voor het eerst sinds tijden laaiden de gevechten weer op. Bijna drie jaar eerder had burgemeester Doornbos een lijst aan de bezetter overhandigd. Een lijst met daarop de joden gezeteld in de gemeente Borger. Vijf maanden later kregen deze joden de oproep zich te melden, vanwaar zij naar Westerbork vertrokken. Om nooit meer terug te keren. Een jaar later, in 1943 werden tien verzetsmannen opgepakt en gefusilleerd in kamp Westerbork. Uit Borger verloren hierbij Rendert de Poel (directeur Arbeidsbureau Borger) en  Jans Diemer (HBS-student) het leven. Overal in de dorpen van de oude gemeente Borger werden mannen gesommeerd te werken in kampen van de bezetter en hun karren en vervoersmiddelen beschikbaar te stellen. Midden in het dorp, hielden de Duitsers hun kamp, bij café Santing had de bezetter een controlepost. Geruchten, geruchten, geruchten. Als iets deoorlog in Borger kenmerkte dan waren het geruchten. Men wist maar weinig zeker. Men hoorde weinig en als men al iets hoorde, dan was het van de Duitsers. Al dagen werd er gewaarschuwd. De bruggen zouden worden opgeblazen. En in de laatste nachten voor de bevrijding, bulderde zwaar materiaal door het donker. NSB’ers en Duitsers uit het zuiden trokken voorbij. In Borger en Buinen dacht men snel bevrijd te worden door de Engelsen.

Dominik Podgórski

Er hangt nog wat dauw op de velden rondom Odoorn  alseen  24-jarigePool zijn ogen opent. Hij heeft een lange reis achter de rug. Twee jaar eerder is hij als krijgsgevangene van de Duitsers gedwongen te werken aan de Atlantikwall, de verdedigingslinie van de Duitse bezetter. Op het eiland Alderney, op 6juni 1944, nu bekend als D-day, ziet hij geallieerde schepen de kust van Normandië bereiken. Nu de grond onder Duitse voeten te  hee twordt, worden hij en zijn medegevangenen naar de vaste wal gebracht en in treinen vanuit St. Malo op transport gesteld naar het inmiddels beruchte Auschwitz. Tijdens een overnachting in een schoolgebouw in België weet een grote groep mannen te  vluchtenen vindt onderdak bij boerenfamilies. Op zijn onderduikadres hoort Dominik dat de eerder naar Schotland uitgeweken generaal Stanislaw Maczek, samen met zijn manschappen, ook deel uitmaakt van de geallieerde invasietroepen. Dominik sluit zich direct aan bij Maczeks Eerste Poolse Pantser Divisie en wordt motorordonnans, verkenner voor de troepen uit. Ze trekken op door België, bevrijden ondermeer Axel-Hulst en Breda en vervolgen hun bevrijdingsroute noordwaarts.1)
Het is in de vroege ochtend van 12 april 1945 als de jonge Pool op zijn motor stapt om voor de troepen uit te beginnen aan de bevrijding van Borger. Een nieuw aanvalsplan is opgesteld door de Poolse commandant generaal Stanislaw Maczek. Dit plan wordt door de motorordonnans Dominik Podgórski overgebracht  naarde voorste troepen in de Cromwell-tanks. Laat in de ochtend begint het gevecht. Tanks ratelen naar voren en vuren met zwaar mitrailleurvuur. De Duitsers vuren terug vanaf de oever en vernietigen met een granaat een carrier. De bestuurder korporaal Stanislaw Kowalszyk komt om het leven.

Vlak daarvoor wasHennie Meijering van haar huis in Westdorp vertrokken. Het twaalfjarige meisje uit Westdorp vertrok onder hevig wapen gekletter richting Borger, om  voorhaar broer een oranje bandje en de Binnenlandse Strijdkrachten te halen. Ze is net weer thuis op het moment dat de Eeserbrug de lucht in vliegt. Even na half één kwamen de eerste granaten in de buurt van het huis van Meijering terecht. Ze vlogen van hun stoelen de aardappelkelder in. Volgens Hendrik, de broer van Hennie, was dit niet veilig genoeg en even later vertrekken ze naar de gewone kelder aan de noordkant van het huis. In een half open kapschuurvan  de familie Meenderman zaten drie families in een primitieve schuilkelder. De families Hof, Kuipers en Meenderman. Lammie Abbing (dertien jaar) zat te eten met haar familie in een boerderij in Eesergroen, toen ze hoorden dat de ‘Tommies’ er waren. Ze renden allemaal naar buiten, maar er vlogen vijandige kogels rondom, vanuit de richting van Westdorp. Bij buurman Pomp schuilden ze achter strobalen.

Ondertussen in Borger

ln het midden van Borger staat een groot kanon opgesteld. Tegenover café Santing, staan in het huis van de familie Slim de borden met soep onaangeroerd in de kamer, terwijl aan de Westdorperstraat een klein hummeltje van twee jaar een jas over zich heen krijgt, wordt opgepakt en naar de schuilkelder getild. Samen met de familie Hoving en zijn ouders, zit de peuter in een kelder, gemaakt van spoorbielzen. De eerste huizen aan de Eeserstraat worden geraakt en het huis van burgemeester J.K. Doornbos vliegt in de brand. In de Hunebedstraat had Klaas Koornstra samen met Hidde een veulen op de slachtplaats, toen de gevechten losbraken. Ze  besloten eerst de werkzaamheden voort te zetten, dat terwijl de  laatste dagen voor de bevrijding eigenlijk amper meer werd gewerkt. Vanuit kelderraampjes zagen de ondergedoken Borgernaren schimmen voorbij trekken. Het waren angstige momenten.

Willy (vijf jaar) en Jeep (drie jaar) lopen  aan de hand van hun ouders naar de schuilkeldervan de familie Schuiling, die de dagen daarvoor klaargemaakt is met behulp van vader Harm. Als het gezin, samen met een evacuée (meisje  van veertien jaar), ter hoogte van Bieze is, klinkt er een enorme knal. De Eeserbrug is gesprongen. In de bietenkelder van Willem Eising zitten familie Seubring en de familie Hulshof . Henk Seubring, zes jaar oud, wordt nog snel naar binnengeroepen, terwijl hij aan het spelen is op de melkkar.

In de kelder van Egbert Pot zit ook de dichtbijwonende familie Polling. Verontrust door alle harde knallen en het mitrailleurgeweld zitten beide families stilletjes in de kelder als plots een man het huis binnenkomt. Het is een Duitse soldaat, helemaal aan het einde van zijn latijn. Een vijftiger. Hij wil wat eten en verdwijnt even later op een fiets van de familie Pot, die hij belooft terug te brengen. Bij de Familie Schuiling-Bos ontstaat rond diezelfde tijd paniek. Kolderieke paniek. Nadat de familie Ottens bij de boerderij van Schuiling-Bos aan is gekomen, besluiten ze gezamenlijk voor de zekerheid alvast de schuilkelder in te gaan. Opa Bos is echter niet van plan mee te gaan. Hij heeft net een bord middageten voor zijn neus en wenst eerst zijn aardappelen, groenten en spek op te eten. Kort daarna horen ze het gejammer van opa Bos, als er granaten door het dak van de boerderij gaan. Met het bord in zijn handen en zijn hoofd vol gruis, snelt opa Bos richting de schuilkelder. Als de rest van de familie hem aan ziet komen, kan niemand de lach inhouden.

Adriaan Folkers was voor een ‘happie eet’n’ op bezoek bij de familie Vogelzang aan de Torenlaan, toen de gevechten uitbraken. De eerste gedachte van Gerrit Vogelzang is de marechausseekazerne, want die had een betonnen kelder. Als Adriaan en Gerrit echter buiten komen, zien ze granaten achter de kerk inslaan. De buurman, slachter Noorderveen, wenkt Adriaan en de familie Vogelzang naar binnen. Ondanks de spanning kan Adriaan zijn lach bijna niet inhouden, als hij achter de toonbank de slachtersvrouw op haar knieën ziet zitten met naast haar een klein pekineesje. Gezamenlijk trekken ze verder naar de schuilkelder, waar ze angstvallig blijven zitten.2)

Niet voor iedereen valt er iets te lachen. Een schipper, Daniël Doldersum is zijn naam, hoort Duitse stemmen naderen. Het zijn soldaten met honger. Zijn schip ligt in het kanaalBuinen-Schoonoord een paar honderd meter van de Eeserbrug.Zijn vrouw Johanna heeft net de aardappels klaar en de Duitse soldaten vorderen de maaltijd. Daniël protesteert en wordt zonder pardon neergeschoten.

Aan het einde van de  Hoofdstraat, vlakbij de Hunebedstraat, staat de kapperszaak van de familie Sanders. Gerda den Boer is elf jaar en is in februari uit lJsselmonde naar Borger gekomen. Hier is ze opgevangen door de familie Sanders. Samen met vader en moeder Sanders, hun dochtertje Gonnie en tante Marie, schuilen ze in de kelder van de kapsalon als de gevechten aanbreken. Een Duitse soldaat komt de kapsalon binnen en wil graag  noggeknipt en geschoren worden. Daarbij meldt de Duitser dat het niet veilig is in de kelder te blijven zitten. De familie Sanders en Gerda gaan naar de naastgelegen boerderij van Lukas Hamming. Met mensen uit de buurt verblijven ze in de koestal, waar de deuren uit hun posten vliegen tijdens het opblazen van de brug. Gerda ziet hoe Duitse soldaten het paard van boer Hamming meenemen.3)

Jantje Reitsema hoort haar man Geert en de buurman aankomen. Ze hebben net een paar vissen gevangen in het kanaal en er wordt besloten ze gelijk te bakken. De visjes worden klaargemaakt en net als ze willen beginnen aan de maaltijd, breekt het los. Ze vliegen de schuilkelder in. In de schuilkelder zitten uiteindelijk wel zo’n twintig personen. Jantje ziet ]ans en Greet Hendriks met dochter en kleine baby aankomen en ook Geesje Muskee, die lange tijd had gehoopt in haar huis te kunnen blijven. Even later komen ook de familie Dilling en weduwe De Poel de schuilkelder in.

Buinen onder vuur

In Buinen is een lange stoet aan tanks en carriers vanuit Exloo in aantocht. De boerderij van de familie Dieters lag gevaarlijk in de vuurlinie, daarom was de familie Dieters al dagen achtereen het veen ingetrokken. En nu, nu zaten ze in de schuilkelder, samen met de buren de familie Hulst en de ondergedoken Jan van Ewijck. Als de Duitse mitrailleurs de Poolse bevrijders in het oog hebben, barst het los. Bij de eerste schermutselingen verliest soldaat Stanislaw Bieliriec het leven. In een schuilkelder van de boerderij van de familie Kuiper, waar gedurende de oorlog maar liefst 48 onderduikers werden verborgen,zaten naast de familie Kuiper ook de familie Wolf met een klein baby’tje. Aan de hoofdstraat 60 woonde de familie Ter Veen. Mevrouw Ter Veen was hoogzwanger. Ineke, een klein meisje van vijf jaar oud zat in een zwart karretje in het veld achter de boerderij van de familie Lups, waar zij en haar vader als evacué zaten. Ze waren gevlucht voor de gevechten. Ineke wordt plots met kar en al in de greppel geduwd door de zoon van boer Lups. Blijkbaar zagen de Poolse bevrijders het karretje aan voor een Duits kanonnetje.

Als de Polen Buinen binnenrukken en de Duitsers vluchten, komen de eerste mensen uit de schuilkelders. De Polen voeren nog enkele patrouilles uit en bij de Weermaadsdijk laait het gevecht weer op. Henk Komduur wil de gevechten weleens met eigen ogen zien en snelt naar de plek. Ineens  valthij, getroffen door  eenkogel in zijn longen, neer. Vader Komduur en de buurman redden zijn leven, door met twee fietsen met daartussen een provisorische ligplaats naar het ziekenhuis in Emmen te fietsen. Hier halen ze uiteindelijk de kogel uit de longen van Henk. Op het erf van zijn ouders, ziet Jakob Pepping, als dertienjarige, de Duitsers vanuit Buinen via Bronnegerveen vluchten.

Vlakbij de ophaalbrug van Bronneger liggen twee broers in het gras. Jakob en zijn vijf jaar jongere broertje Geert Everts liggen verstopt in het  gras. Geert is negen en ziet hoe een geallieerde Cromwell-tankvuurt op NSB’ers. De kogels fluiten als gillende keukenmeiden over de hoofden van de jongens. Een sensatie; nauwelijks bewust van het gevaar kijken ze hun ogen uit.

Buinen bevrijd

Aan het einde van de middag is Buinen bevrijd. Alle Duitsers zijn gevlucht en de Poolse bevrijders worden warm onthaald. Tijdens de gevechten was de boerderij van de familie Dieters blijven staan. Er werd voor de Poolse bevrijders gezorgd en vrijwel meteen werden de NSB’ers opgepakt en verzameld op het schoolplein. De opgepakte NSB’ers moesten marcheren en gymnastiek doen, ze werden niet zachtzinnig behandeld. Gradus Kuiper, de vader van Johannes, zei er later over: “Ze hebben verdiend dat ze opgepakt worden. Ik wil ze wel bewaken, maar dan wel zo fatsoenlijk behandelen als ze mij behandeld hebben.”4)

Borger nog in spanning

Terwijl Buinen al bevrijd was, hielden de gevechten in Borger aan. Aan het eind van de middag staakt het vuren even, veel mensen ontvluchten Borger .De Drouwenerstraat was één colonne vol wegtrekkendeDuitsers. Harm Jansen, wonend als dertienjarig jongetje in Drouwen, herinnert het zich nog levendig. “Daar kwamen ze, complete gezinnen op de wupkar, terwijl de Tommies in het bos bij Drouwen zaten. Ik zie het nog voor mijn ogen.” Aan het begin van de avond begint het schieten weer en is men in Borger nog niet helemaal zeker.

In de schuilkelder uit de Eeserstraat, waar zo’n twintig mensen bijeen zitten, hoort men voetstappen en ziet men even later twee soldaten de schuilkelder betreden. Weduwe De Poel stapte naar boven om met de soldaten te praten, ze sprak haar talen. Het bleken Polen en de opluchting in de schuilkelder was enorm. Men had doodsangsten doorstaan in dat donkere gat. Vlak voor half zeven kwam de eerste Poolse patrouille binnen en even later kwamen ook de Fransen.

De chaos

De 1ste Poolse pantserdivisie, waaronder Dominik Podgórski tezamen met zijn wapenbroeders, komen Borger  binnenen een voor een klimmen de Borgenaren uit hun schuilkelders. Kort daarna is het feest. Hoewel er hier  e ndaarnog verhalen gaan over sluipschutters en Duitse soldaten in het padenbos, lijkt de kust veilig. Hier en daar is het feest, zoals op het schoolplein. Ook in Borger komt gelijk  devernedering van NSB’ers op gang. Vrouwen onder hen, worden kaalgeschoren. De bevrijders worden hartelijk onthaald. Maar niet iedereen is blij. Geert de Bruin, ziet als hij uit de schuilkelder komt zijn hele huis totaal verwoest. De fruitboompjes liggen om, de geiten zijn doorzeefd en het huis, dat Geert eigenhandig  heeftopgebouwd, is totaal geruïneerd. Met een onwetende kleine Geert de Bruin (twee jaar) op de arm van zijn moeder Jantien, is het gezin de wanhoop nabij.

In huize Jakobs-Warringa duikt een joodse onderduiker op, die daar tweeënhalfjaar zat ondergedoken. Jaap Krammer overleeft de oorlog. Niemand in Borger wist dat hij er zat ondergedoken. In Westdorp wordt het feest met de schippers op het water gevierd. In de laadruimten klinkt gezang en wordt mondharmonica gespeeld. Enkele families wachten nog op nieuws van hun vader of man. Sommige tewerkgestelde mannen komen pas maanden later thuis.
In Buinen speelt zich een groot drama af daags na de bevrijding. Poolse soldaten verdrijven hun tijd door te schieten op kippen, terwijl de achtjarige Jacob Dieters in de buurt aan het spelen is. Een verdwaalde kogel raakt het jongetje in zijn hoofd. Hij overleed.

Het einde van de oorlog

Voor velen was 12 april het einde van de oorlog, hier in de oude gemeente Borger. Niet voor Dominik Podgorski, die streed door tot aan de definitieve Duitse capitulatie in Wilhemshaven, om vervolgens terug te keren naar Nederland. In 1951 trouwt hij met Giny Lukkien en samen beginnen ze een automobielbedrijf aan de Brink in Sellingen. De bevrijders zijn bijzondere helden. En twee daarvan lieten hun leven inrespectievelijk  Buinenen Borger, opde dag van de bevrijding.

In Borger en de andere dorpen werd het leven stilzwijgend opgepakt. Lang niet iedereen was ‘bevrijd’. De jaren van angst en achterdocht lieten diepe sporen na in de naoorlogsejaren. De bange momenten in de schuilkelders werden nog jaren herbeleefd, de herinneringen kwam soms als ongenode gasten terug. Maar laten we één ding niet vergeten. Er verdwenen vier joodse families via Westerbork naar de gaskamers. Plots woonde er geen jood meer in Borger, geen jood meer in Drouwen. Stern. Cohen. Dalsheim. Nijveen. En nog eens zes miljoen ander mensen van vlees en bloed.

Er zijn nog een  paarplaatsen die herinneren aan de families  uit Drouwen en Borger: een gedenksteen in de Hunebedstraat en de joodse begraafplaats aan de Marslandenweg. Er staat een gedenksteen aan de Poolse bevrijders en aan de vermoorde verzetsmensen uit Borger. Herinneringen aan het kwaad, aan de gruwel. Stern. Cohen. Dalsheim. Nijveen.

Met dank aan:

Jeep en Willy Ottens, Jans Polling, Anastasia van der Werff-Podgórski, Harm Jansen, Hennie Schimmel, Jan Roelof Polling, Lammie Scholtmeijer en ]akob Pepping

Noten:

  • Cora Westerink, deverhalenvangroningen.nl
  • Oorlog en bevrijding in Borger, De bevrijding van Börger, Adrian Folkers, Zwerfsteen 1995-1-
  • Oorlogen bevrijding in Borger, Hongerwinter enbevrijding 1945,  F. van Gelder-Den Boer, Zwerfsteen 1995-1
  • Oorlog en bevrijding in Borger, De oorlogsjaren van de familie Kutper, Joh. Kuiper, Zwerfsteen 1995-1.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Auteur: Gijs Klompmaker
Zwerfsteen 2020/1