1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Oorlogstijd
  6. |
  7. Dagboek van een postbode tijdens de...

Dagboek van een postbode tijdens de oorlog

0 Reacties

Hieronder staat het dagboek van postbode Sibrand Dekker vanaf januari 1942 tot en met 18 november 1945. Sibrand woonde met zijn vrouw Lammie en zijn dochter Geesje op B 61 te Buinen. We zijn Geesje, nu mevr. Dijkstra, erkentelijk voor het beschikbaar stellen van het dagboek.

Buinen, 1 januari 1942.

Dit schrijven is meer gericht als dagboek van S. Dekker, besteller te Buinen, gem Borger. Ik zal dan ook schrijven aangaande de weersomstandigheden  als zowel de post betreffende en zo mede de hedendaagse toestanden. Wat de weersgesteldheid betreft is het thans heel mooi, ’t is mooi zonnig weer geen vorst, ’t Is droog en kan men zich haast niet voorstellen nieuwjaarsdag te hebben. Het kon tenminste heel anders zijn, b.v. strenge vorst of bergen sneeuw. Enfijn we hebben 2 knapen van winters gehad van 1939-1940 en 1940-1941.  Kolossaal, 1940-1941 moest ik altijd ’s morgens om vier uur uit de wol want om half zes is de eerste trein in Gasselte welke ik moest hebben voor de post. Ook moest ik de post van Borger meenemen. Wanneer ik de eerste trein gehad heb mag ik ander half uur wachten, later twee uur op zijn terug komst van Stadskanaal. Maar gelukkig woont er in het station Gasselte iemand die een goed hart heeft. Een reuze kerel die Jan Dokter. ’s Morgens zit ik altijd bij hem bij de kachel te praten.

Thans op 1 januari 1942  moet ik ’s morgens om half zeven op stap. Dat is voor mij gemakkelijker, thans naar Gasselternijveen. Ook Borger moet daar naar toe en moet ik met hen terug over Borger. Des zondags rouleerde onze dienst met zijn vieren. Dus één maal in de vier weken moet ik naar Gasselte op een zondag. Allebei de kerstdagen  rouleerden ook mee, de eerste was voor mij, de tweede voor Vlieghuis. Bouwman is thans hulp voor Bazuin die is benoemd tot kantoorhouder welk in de plaats van Van der Duim die 1 dec. 1941 met pensioen is gegaan. Alzo heeft Bouwman weer een vaste hulpdienst.

Vandaag op 1 januari 1942 zijn Bouwman en ik naar Gasselte geweest. ’t Is wel zondag maar deze dag rouleerde niet mee. R. Wolters helpt me met de Nieuwjaarsdrukte. Er zijn heel wat kaartjes gearriveerd, ook de kranten “Boer en erf”  zijn er. Enfijn ’t is drie uur op de middag en we zijn deze eerste besteldag door.  (..)

Op de tweede januari 1942 moet ik weer als gewoonlijk naar Gasselternijveen. Ook Vlieghuis is gearriveerd. De jongens Witvoet, Trip en Tewis zijn allen de nieuwjaarsdag goed doorgekomen. En zijn goed fit. De bestelling is niet erg vandaag, ‘k Had meer post verwacht. Enfijn, daarom ook niet getreurd als ik om twee uur ’s middags met mijn eerste bestelling klaar ben. (..)

Enfijn, zo is er altijd  iets in deze wereld dat wij niet kunnen tegengaan. Zo ook de grote oorlog  aller landen. De geweldige strijd in Europa vooral in ’t oosten in Rusland is iets om van te schrikken. ’t Is iets vreselijks zo’n oorlog. Ik hoop dan ook werkelijk dat we in  dit jaar de vrede zullen krijgen. ’t Is ook zo’n gedoe met de verduistering en zo, wat een grote last veroorzaakt. (..)

5 januari. ’t Is weer druk bij de post. Weer kon die hulp niet helpen en zo zit ik er weer alleen voor. Enfijn,  ’t is niet anders.

6 januari, ’t Is ’s morgens wit gesneeuwd en ’t heeft gevroren anders is het een mooie dag, enigszins mistig en koud. Maar ja, daarvoor is ’t ook januari, hè. Geert Stel heeft vanmiddag een slag gehad met de riem in de maalderij. Hij sloeg stuk en raakte Geert aan zijn hoofd. We zullen hopen dat het goed afloopt. (..)

8 januari, ’t Is sneeuw buiten en geen mooi weer ’t Wordt helder en ’t wil zeker vriezen; geen bijzonders vandaag.

9 januari. Een mooie laag sneeuw. ’t Is een hele laag en een moeilijke trap naar Gasselternijveen. De trein is laat en anders had Bouwman hem niet gehaald. “Ik ben wel 16 maal omgevallen,” zegt hij. Nou hij liegt niet want de weg terug kan hij helemaal niet fietsen. Vier maal hielp ik hem op de fiets en vier maal smakte hij op de straat. “Ik kan niet,” zegt hij en zo loopt Bouwman met een vracht op de fiets naar Borger. Ik kan fietsen en rijd nog. ’s Middags gaat de hulp uit Borger, Bouwman durft de reis niet weer te doen. (..)

10 januari. Pracht weer. ’t Heeft flink gevroren en het is koud. ‘k Zit fijn in mijn dikke overjas. De winter deert mij niet. De trein is mooi op tijd, alles heeft een vlot verloop. Vlieghuis en ik hebben een mooie vracht. De sneeuwploeg heeft de straat afgeperst. Zand wordt gestrooid en nu gaat het fietsen best. En dan is de winter toch ook mooi. De bossen zijn prachtig, de sterren staan nog hoog aan de hemel op onze terugweg. Zo wordt er al een heel stuk  afgedaan voordat het daglicht er is om half tien. En als de avond daar is en wij bij onze warme kachel zitten, zijn wij de koning te rijk. (..)

Maandag 12 januari.  Dertien graden vorst. ’t Is mist en allemaal rijm. Helemaal wit kwamen we in Gasselternijveen aan. Vlieghuis leek net een Sinterklaas. (..)

Donderdag 15 januari. Alles gaat schaatsen rijden. Ook ben ik met Geesje naar Toon zijn slootje geweest en ja ho   or, zij krabbelt ook al. Maar het is er zo koud bij. Ook zusje Vedder is op dat slootje en hebben ze gezelschap. Er wordt gezegd dat het 15 graden vriest. (..)

Zaterdag 17 januari. Elf graden vorst, zegt Willem Tewis. ‘k Heb nou al drie dagen mijn zwarte klompen aan. Dat is ’s morgens naar Gasselternijveen wel lekker stro er in en slopkousen om en dan in mijn dikke winterjas. Ja, als ieder nog maar zo gekleed was als ik dan ging het nog wel. (..)

Maandag 19 januari, nog flink winter. Bouwman is met mij naar Gasselternijveen. Hij krijgt een mooie vracht kranten “De Landstand” huis aan huis. Hij bromt al maar. De trein was ook 18 minuten te laat met die kou  en dat is vervelend. (..)

Dinsdag 20 januari.  Negentien graden vorst. Niet van de poes. De trein is 44 minuten te laat.  Geweldig koud. De trein is helemaal wit bevroren. (..) Lammie heeft wasdag, ook lollig bij zo’n winter De mensen gaan alle dagen schaatsen, ’t is prachtig ijs. De school is vanwege  de kou een week gesloten. Er zijn juffrouw Bosma al drie kruiken gebarsten.

Woensdag 21 januari. ’t Is weer enorm koud. Bouwman is haast bewusteloos, zegt hij. ’t Is trouwens zijn laatste dag, de dienst wordt veranderd en Boezen zal hem straks opknappen. Eggens, de hulpbode, krijgt de dienst van Boezen en Bouwman dat dienstje van Eggens. (..) De slagers hebben het druk, na januari mag er niet meer geslacht worden. (..)

Donderdag 22 februari. Ik moet ’s morgens over Borger en het is geweldig duister. Ik stap bij de brug bij Borger van de fiets, maar daar men een elektrische lantaarn aan de fiets heeft is het donker als je afstapt.  Een heel flauw lampje brandt bij de brug. Ik liep over de brug. Ik bemerkte op de houten brug dat ik die gepasseerd was. Daarna kwam de straat weer, maar ik kwam op de berm. Ik zag niets en ook mijn zaklantaarn weigerde. Daar stond ik overal duisternis. Ik probeerde verder te lopen en kwam tegen de oude vernielde brug aan die op de kanaaldijk lag. Vandaar kon ik mij weer oriënteren. Na nog een eindje gelopen te hebben en er zeker van zijnde de straat weer te hebben, ging ik weer fietsen.

Vrijdag 23 januari. 15 graden, zegt Willem. De trein is weer een half uur te laat. Boezen is voor de eerste morgen aan het station. ’t Is wachten in de wachtkamer. De chef moet houtjes hakken met een hamer. We hebben overal gebrek aan, zegt ie, maar houtjes hakken met een hamer dat valt toch niet mee. ’t Is een reuze besteldag 76 aangetekende brieven. Reinder helpt me een paar uur. Er is anders geen doorkomen aan in de kou. (..)

Maandag 26 januari. Vannacht flink gevroren en ’t is koud. De trein is 225 minuten te laat, zegt de chef. Mijn één oog vroor haast toe. Ook Vlieghuis toen die te Gasselternijveen aankwam, had ijstakken aan zijn oogleden hangen. Vele reizigers gaan weer naar huis, nu de trein zo laat komt. Later komt er nog een extra trein, daar geven we de post aan af. De eigenlijke trein waar ik op wacht is om elf uur binnengelopen. Toen gauw naar Borger. Van Dijk in het boshuis riep me nog binnen, voor een kop warme chocolademelk. ’t Is één uur als ik in Buinen ben, eerst eten en dan doe ik mijn bestelling lopende. Vlieghuis gaat voor de tweede keer naar Gasselternijveen. Een ijstak van acht cm. heeft hij aan zijn neus hangen. Hij is nog bij Buiter in Buinen geweest maar kan niet verder en komt terug. De avondbestelling ben ik vrij.  ‘k Ben er ook lekker blij om. De hele dag in de kou valt niet mee.

Dinsdag 27 januari (..) Het is pensioendag en Reinder helpt me, anders kom ik er niet door.  Want alles is dicht gesneeuwd.  Op de wegen zijn ze aan ’t scheppen. De gemeentearchitect staat er bij. Er zijn duinen bij van één meter hoog. De wind is  van noord-oost gegaan naar zuid-west. Waar de mannen nu geweest zijn is alles al weer dicht gestoven. Zo kunnen ze wel aan het scheppen blijven, thans wachten we maar weer op de dag van morgen.

Woensdag 28 januari. Weer hevig gesneeuwd deze nacht. Och, och, wat een toer om te Gasselternijveen te komen. Dit is tot nu toe de moeilijkste rit geweest. ‘k Heb soms een heel eind de fiets met post op mijn nek gehad. Weggegaan om 6.15 aangekomen 8.10 te Gasselternijveen. Gelukkig was de trein ook te laat en wel ander half uur. We hebben lekker even een borreltje gekocht bij Eggens. Witvoet, Trip, Vlieghuis, Eleveld en ik, ook de chef was daar met verscheidene reizigers. (..)

Woensdag 4 februari. Vijf graden vorst en sneeuw en glad. Boezen is met mij te Gasselternijveen. De trein was een kwartier te laat. De terugreis was hopeloos, al maar omvallen. De bagagedrager breekt mij stuk. ’t Is laat als we over zijn. ’s Middags zit alles dichtgestoven. Lopende ben ik naar huis gegaan. ’t Is een hele toer. De patrijzen komen dicht bij de huizen, die zijn hongerig en komen zo in ’t dorp.

Donderdag 5 februari. Alles is dicht gesneeuwd. Geweldig zijn de duinen in ’t Rode Dorp bij Bougien. ‘k Ben met mijn rijwiel op mijn nek en de post hele einden gelopen, gewurgd om er door te komen. (..) De terugreis was ook moeilijk vanaf Drouwen gingen we over de es. Ook de wagens en auto’s reden over de akkers.  (..) Vanaf Borger kan ik meerijden op een slee van L. Warringa, ook twee marechaussees rijden mee, een mooie troep. Enfijn, op de zomer volgt de winter. Maar na deze winter volgt de zomer.

Vrijdag 6 februari (..) Willem met de kruiwagen de post aan het rijden. We kunnen de vracht niet houden (..)

Zaterdag 7 februari. (..) De trein is reeds binnen en wij zijn nog niet op het perron. Maar Willem houdt de conducteur aan de praat (..)

Woensdag 11 februari. ’t Heeft flink gesneeuwd vannacht en de weg is heel moeilijk te fietsen. Er zijn duinen gestoven. Er vliegen vliegmachines. Hevig wordt er gebombardeerd in het noordoosten. Negen lichtkogels hangen er in de lucht. De weg tussen Buinen en Borger is er prachtig door verlicht. ’t Zijn allemaal strepen schaduwen van de bomen en huizen (…) Een kop thee bij Van Dijk, de boswachter doet ons goed. Vlieghuis krijgt nog een pijp tabak en verder gaan we weer. Lopende heb ik mijn bestelling gedaan.

Donderdag 12 februari. Och, och, wat een sneeuwweg. Alles is dichtgevroren. Lopende over de es bereiken we Drouwen. Precies de trein gehaald. Een geluk dat die ook te laat was, zodoende waren we nog juist op tijd. Toen de terugreis tegen de zuidwesterstorm op,  weer lopende naar Borger.’t Is een reuze toer. ’t Is haast niet te doen. Ís overal sneeuwduinen. Juist niet in ’t dorp maar buiten op de wegen. ’t Is sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw,  met storm erbij. ‘k Ben blij dat ik mijn dienst er weer op heb zitten. Bij de kachel is het dan heerlijk. ’t Is kinderoperette maar we gaan er maar niet naar toe. Ons Geesje is er heen. Die is niet thuis gebleven. Ze is niet te houden. Kaboutertjesspel is mooi voor de kinderen. Maar ’t is koud weer en dan in zo’n grote zaal. Dan is het niet lollig, hoor.(..) De mensen zijn hier aan ’t aardappelen leveren. Ze bevriezen hun haast onder de handen. Enfijn,  we zijn niet bang en hierop volgen mooiere dagen.

Vrijdag 13 februari. Nou, zo is ’t nog nooit geweest, zolang ik bij de weg ben. ’t Is zo glad en waar ‘t niet glad is, zitten geweldige sneeuwduinen. We gaan lopend over de es met de fiets en de post. Daar haalt Grit ons in met paard en slee. Daar gooien we het zaakje op en gaan er lopend achteraan. ’t Is net de Zuiderzee. Een paar duinen wil het paard niet over. (..) ’t Is te hopen dat de winter gauw ophoepelt want de kinderen zijn alle dagen vrij van school. ’t Is om de brandstof te doen. Er is geen turf meer aan de school. Ja hoor, schoolmeester of postbesteller daar is op ’t heden nog al verschil in. (..)

Woensdag 25 februari.  (..) Ik heb een mand vol bieten gehaald bij G. Haddering voor mijn konijnen, die moeten ook wat hebben in de kou. ’t Begint thans ook te vervelen, hoor. Een winter is mooi, maar dit is eentje, dat is te bar. ’t Is een brandstofslikker. ’t Is goed voor de kolenman!

Donderdag 26 februari 1942. Prachtig, mooi, koud weer. ’t Heeft netjes gevroren en de rijwielen knappen door de ijskorrels. Boezen rolt nog van de kuiten. Ja, ’t is nog glad op de weg. Alles nog ijs. We hebben een mooie vracht. Boezen heeft een zak met geld voor op zijn fiets. Die weegt er in. ’t Is van dat nieuwe pasmunt. (..)

Vrijdag 6 maart. De sneeuwstorm houdt aan ’t is meer ’t zand en veen. Boezen en ik moeten naar Nieuw Buinen de post ophalen.  De trein kon niet rijden. ’t Is vreselijk we kunnen er haast niet tegen op komen. In de Kerklaan hebben we even gestaan achter de kerk. We hebben zulke geweldige dikke koppen van de kou. De terugreis wou wel vanaf de wind. De hele spoorbaan is ingesneeuwd. De Voorbos lijkt wel de Jordaan. (..)

Maandag 9 maart. Vanmorgen ontplofte er een bom. Later werd gezegd dat het in Witten was. (..)

Dinsdag 10 maart. Weer is er vannacht een bom gevallen bij Borger richting Lunsveen, een geweldige plof. ’t Was enorm. (..)

Zondag 29 maart. ’t Is palmzondag. De kinderen lopen met een haantje op een stokje. (..)

Donderdag 23 april. (..) De schoonmaak is in volle gang. (..)

Vrijdag 24 april. De voorkeuken geschoond. De kachel is er uit. De schoorsteen geveegd. Matten geklopt en pijpen geveegd. De schoonmaak heerst in het land.

Zaterdag 25 april. De kachel is er uit. Maar nu is het verdomd koud. Lelijke strenge koude oosten wind. Min weer. (..)

Donderdag 14 mei. Hemelvaartsdag. Het heeft vannacht geweldig geregend, de gehele nacht. Onze regenput, die bijna leeg was, is helemaal vol gekomen. ’t Is kolossaal zo’n stuk water als er is gevallen, de gehele nacht. Nou, ’t Is goed hoor, want het was droog.

‘k Ben vandaag voor het eerst naar Gasselternijveen geweest,  met een houten hoepel om de fiets. Het raast nog al wat. Maar ja het kan. En als je geen andere banden meer hebt, dan moet je al wat. (..)

Zondag 17 mei. (..)Gisteravond komkommer gezaaid. Ook pas gekregen gisteren. Turkenburg is dus wel laat met zijn tuinzaden. Enfijn, als het weer maar mee werkt dan kan het deze zomer wel wat worden. (..)

Vrijdag 12 juni. Ja, ’t Heeft gevroren deze nacht. Hele kampen aardappelen zijn zwart. ‘k Zag het vanmorgen op mijn reis naar Gasselternijveen. Ook zijn de bonen in een hoek bevroren in de goorn. (..)

Dinsdag 14 juli 1942. ’t Is vandaag pensioendag voor de invaliden en ouden van dagen. (..)

Dinsdag 21 juli  Vandaag is het fietsendag.  Enige personen uit Buinen moeten hun fiets inleveren. O.a. Ouwe Stel, J. de Vries, R. Popken, en M.J.Hamering. (..)

Donderdag 23 juli. Vandaag ging de veldwachter rond voor het opschrijven van het aantal fietsen, dat de mensen in hun bezit hebben. (..)

Vrijdag 31 juli. ’t Is heel mooi weer. De mensen gaan weer aan het hooien. Die niet hooit begint met het koren maaien, de eerste hokken komen in de es.

Donderdag 13 augustus. ‘k Heb mijn eerste vacantiedag; krijg er drie ook 14 en 15 augustus. (..) Wij willen een varkentje en nu moet er een hok gemaakt worden voor zo’n spekdier. We willen hem voeren van huisafval.

Zaterdag 29 augustus 1942  (..) ‘k Heb om een zomeruniform geschreven, maar kan geen krijgen. Er is geen stof meer.  Vanavond heb ik een varkentje gehaald van Gerrit Haddering te Buinen. Dat ding kost f. 40. Ja, hoor het spekprobleem is opgelost. Er wordt veel voor een varkentje gedaan Verscheiden mensen proberen zo’n diertje te mesten. Alzo, wij ook.

Vrijdag 30 october.  Jannes is met mij te Gasselternijveen. Vermoedelijk de laatste morgen want vandaag zal er over worden beslist of we maandag lopen of niet. En ja hoor, in de loop van de dag is er opgebeld:  maandag loopdienst. Nou fiets ik liever als lopen. Maar nu de post met de BADO komt, dus die vroege reis met dikke vrachten van en naar Gasselternijveen is er af. Dat is ook mooi, want dat waren heus geen plezierreisjes. Enfijn de tijd zal ’t leren wat of het mooist is. Het moet thans wel. Er zijn geen fietsbanden meer. Deze week of deze maand is ook de spoorbaan  er uitgebroken. Dus daar zijn we ook af. De trein weer weg en weer lopen zo gaan we mooi naar vroegere tijden terug. (..)

Zondag 1 november 1942. (..) Vanmorgen ben ik voor de laatste keer naar Gasselte geweest. De zondagsdienst houdt hiermee op. Morgen komt de post met de BADO en dan moet ik in het vervolg lopen. Dan hoef ik er ’s morgens niet meer zo vroeg uit. Dat is ook wel mooi in de winter. Ons varkentje groeit mooi. (..) Ook de herfst kan heel mooi zijn. De kastanjebomen zijn prachtig mooi bruin gekleurd. De linde geel, enz. Overal dwarrelen de bladeren. ’t Heeft nog niet gevroren. Maar als ’t ook maar één nacht vriest dan zul je de bladeren eens zien vallen. Dan worden de stengeltjes broos en vallen de bladeren af.  De boeren zetten de koeien op stal. Er is niet veel meer te plukken voor vee. En dan is ’t maar beter als ze op stal staan. Ook wordt de melk minder. Zodoende ook minder boter. Nu heb ik een grote hekel aan boter. Wij smeren vaak wat stroop op de boterham of wat jam. Dat is veel voedzamer en lekkerder. (..)

Maandag 2 november. Vanmorgen de eerste maal dat ik niet naar Gasselterveen ga. De loopdienst is begonnen. Nou komt de post met de bus. En dan maar lopen. (..)

Dinsdag 3 november. Nou ‘k heb het in mijn kuiten van ’t lopen. (..)

Donderdag 5 november. (..) Het lopen met de post went al enigszins. ’t Is anders een hele tippel hoor, als je wat vracht hebt. Je moet alles maar dragen wat ik eerder op de fiets pakte moet ik thans op mijn nek hebben. (..)

Dinsdag 10 november. ’t Is mooi weer, maar geen zon. Lammie heeft gewassen, maar het heeft geen sier gedroogd. Het is ’s avonds nog net zo nat als pas uit de tobbe. (..)

Vrijdag 13 november. Vandaag en morgen heb ik vrij.  (..) Ik ben naar de goorns geweest en heb Brussels lof gehaald en ingekuild. (..) De boeren rijden druk met hun bieten en met pershopen maken. (..)

Zaterdag 14 november. Het heeft vannacht gevroren en ’t is mooi weer. ‘k Heb de goorn zwart gemaakt tegen de winter. En zo heb ik mijn boerenwerk ten einde. (.)

Zaterdag 28 november. Vandaag is het kouder. ’t Is een gure wind. Lammie en Geesje heb ik vanmiddag tot nabij Rolde gebracht. De bussen rijden niet meer op zondag en zo kunnen ze morgen niet terug. Daarom hebben we maar besloten om op de fiets te gaan. Ik had Geesje met een lang touw achter mij aan, dat ging best goed, hoor. (..)

Zaterdag 5 december 1942. Het weer is koud en guur. De W.A. en de Jeugdstorm marcheerden door het dorp. ‘t Is Sinterklaasfeest bij G. Smeenge.  (..)

Vrijdag 25 december 1942. (..) Ik ga ons kerstboompje opsieren. We hebben niet veel kaarsen en ze zij ook niet te krijgen. (..) ’s Avonds  zitten we allemaal te lezen en zo is de eerste kerstdag verstreken. En gaan we de nacht tegemoet. De jongens op de straat die zingen en joelen dat het een lust is. ’t Is net alsof ze zich bedronken hebben. En er is niets te krijgen. (..)

Donderdag 31 december. Helaas is in 1942 de vrede niet gekomen. We zullen hopen dat het nieuwe jaar 1943  ons de lang begeerde vrede zal brengen (..)

Maandag 11 januari 1943. ’t Heeft weer gevroren en ze lopen op de schaatsen. Tussen Buinen en Buinerveen is het een zwierige beweging. ’t Is bar koud.

Donderdag 14 januari 1943. Vandaag ben ik vrij van de post. We hebben n.l. ons varken geslacht. ’t Was een mooi beestje 81 kg. schoon aan de haak gewogen. Hij was zo blank, zo wit, prachtig hoor. Onder het slachten heeft het de hele morgen gesneeuwd en geregend. (..) Mooi weer voor ’t slachten was  het niet. E. Geugien had trouwens ook maar één. Ook G. Stel behoefde onze maar alleen te wegen. Dus in het hele district waren wij vandaag de enigste die slachtte. Maandag willen Geert en Dina hun varken slachten. Die is beter dan de onze. Maar ook ouder. Ons varken was jong, we hadden hem 18 weken gevoerd en als men rekent dat hij 6 weken was, dan was hij nog geen half jaar oud. En daarnaar gerekend is het een mooi varkentje. We zijn er dan ook zeer mee ingenomen en zijn werkelijk tevree.(..)

Donderdag 28 januari. (..) Vandaag is Vonk van de P.T.T. uit Emmen hier geweest en heeft een zegeltje op de radio van opa gedaan. (..)

Vrijdag 26 maart. ‘k Had vandaag bij de 100 kwitanties van de Landstand. Reinder helpt me, anders kom ik er niet door.

Woensdag 28 april 1943. ‘k Ben naar Onstwedde geweest om gekeurd te worden voor Duitsland en goed gekeurd.

Donderdag 29 april. Papieren thuis.   Pasfoto’s laten maken.

Vrijdag 30 april. Alle weerbare mannen zullen weer in krijgsgevangenschap moeten terugkeren, wordt er gezegd.

Zaterdag 1 mei. Ja, het staat in de krant. Het Nieuws van de Dag.

Zondag 2 mei (..) Om 8 uur moet ieder weer thuis zijn, want dan mag men niet meer buiten zijn.

Januari 1944. Buinen B 61. Hierbij neem ik opnieuw de pen ter hand  en zal ik nogmaals een dagboek bijhouden. De gehele zomer is er niets van gekomen. (…) De maand december is er heel wat gevlogen over ons land door Amerikaansche bommenwerpers. Eén is er naar beneden gekomen in Bronnegerveen, bij het huis van G. de Bruin. Ook ten noorden van ons dorp vlogen ze vaak. Zo ook bommen in Gieten en  hetwelk aan een paar mensen het leven kostte. Alle nachten kan men ze horen. Ook dagelijks is er gebrom in de lucht.  (..)

2 januari 1944. Vannacht hebben ze weer een uur gevlogen die Amerikanen, denk ik. Ze gingen door het zuiden. Ook was er nog geknap in de verte. Hedennacht van kwart voor twee tot kwart over twee ben ik op geweest vanwege de vliegmachines. Het gebrom was niet van de lucht.  (..)

Vrijdag 7 januari. Een reuze mooie dag en een geweldige bestelling. Kalm in de lucht. Vandaag had ik registratiekaarten van de bureauhouder.

Dinsdag 11 januari. Vannacht enige vliegmachines. En vandaag heel veel vliegmachines in de lucht. Even voor twaalf uur werd er één naar beneden gepaft. Er hing een raar ding in de lucht, net een paardenstaart. Toen wij aan het eten waren, vlogen er weer en club van acht stuks. Ik ga kijken en ja hoor, daar komt er één naar beneden waggelen of dwarrelen.’t Is de eerste machine die ik gezien heb naar beneden komen. De vleugel was er af daarom dwarrelde hij ook zo raar. Hij is in de staatsbossen bij Exloo terechtgekomen. In Ter Apelkanaal moeten nog al bommen zijn gevallen. Ook moeten er doden en gewonden zijn gekomen. ’t Is vreselijk zo’n oorlog. Het is te hopen dat er spoedig vrede mag zijn. (..)

Januari 14. Vandaag een mooie dag geweest We een dikke bestelling, de Landstand was er. Vanavond zijn er een partij vijandelijke vliegtuigen gepasseerd. Toen de bus er was, ben ik gauw naar huis gesneld. Ik ben er werkelijk bang voor.

Januari  15. 1 december 1943 was ik 25 jaar bij de post geweest. Vandaag is Pieter Bazuin 25 jaar bij de post.

Januari 22. Het is storm en regen vandaag. En een geweldige postbestelling, n.l. de Landstand, de kerkkrantjes, de voerbons en huisaanhuis zadenboeken van P. Klooster Nieuw Buinen. (..)

Januari 27. (..) Vanavond gaan hier een geweldig stuk vliegmachines over. Ook vallen er een paar bommen. We zitten met zijn drieën onder de tafel in de hoek van de kamer aan de buitenmuur.

Januari 30. Ik heb vrijdag een schoenenbon gekregen en nu ben ik er voor de middag even mee naar Exloo geweest. Jan Schutrups was niet thuis. Maar ze zullen ze mij even bezorgen. (..)

Februari 2. een beroerde natte dag, vanmorgen naar Borger geweest voor een nieuwe stamkaart.

Februari 3.  (..) Een stormachtige dag en veel vliegmachines (..) Een benzinetank viel achter het huis van R. Popken. ’t Is één van geperst papier.  (..)

Februari 4. Het is vandaag een stormdag. Dikke sneeuwbuien. Vanmiddag was de storm hevig. Bij Vogelzang waait een boom om. Ook het platte dak van Toon vliegt er af, evenals pannen en schoorsteenkappen bij verschillende mensen. (..)

Februari 21. Niet zo koud als gisteren. Maar ’t is toch winterweer. De gehele dag zitten er weer troepen machines in de lucht. Er wordt in het zuiden hevig geschoten. Volgens zeggen is er een machine brandend omlaag gekomen. Toen ik van de sluis kwam zag ik een hele troep dikke vliegmachines in noordwestelijke richting vliegen. Vandaag moesten  er arbeiders naar het vliegveld Havelte. Maar de bus heeft hen laten staan. Zo vol zat hij dat ze konden er niet meer in. Ze hebben het enige malen geprobeerd. Maar ze zijn niet weg gekomen. Nu zal het morgen weer. Vermoedelijk zal het dan gaan. Dan wordt er op gerekend. (..)

Februari 24.  Weer een hele mooie dag. Maar ook een heleboel machines in het zuiden.  Allemaal met witte strepen erachter aan. Ze draaien in het rond, dan naar beneden. Dan vliegen ze naar oost, dan weer naar west. ’t Is een vreemd raar gedoe in de lucht. Volgens de krant zijn de steden Enschede, Arnhem en Nijmegen dinsdag 22 februari door bommenwerpers aangevallen. Drie kerken in Enschede verwoest. Doch Nijmegen is volgens Het Nieuws van de Dag het meest getroffen. (..)

Maart 6. Grote vluchten bommenwerpers gaan er door de lucht. Hier recht over doch het meest iets aan de zuidkant van ons dorp. Vandaag zijn de motorrijwielen hier opgehaald. (..)

Maart 13. (..) De brug bij H. Hofman is tenminste stuk gevlogen. (..)

Maart 29. Een mooie dag. Maar ’t is een gure wind uit het noorden. Ons Geesje is in school overgegaan. Ze komt thans in de 4e klas. Ze is verkouden. Vanmiddag gingen hier een hele partij vliegmachines voorbij in oostelijke richting. Meester M. Medema is zijn boeltje in de auto aan ’t opladen, die gaat verhuizen. Hij gaat naar Delfzijl, wordt onderwijzer aan de Ulo al dar Nu moeten ze hier in Buinen weer een nieuwe hebben.

April 12 Een mooie dag. ‘k Heb H. Stadman begraven en aardappelen gepoot. Nog al heel wat machines van oost naar west. (..)

April 23. Vannacht om één uur en om half twee een geweldig stuk zware machines in de lucht. Het afweergeschut bulderde al maar door. Om half vier had je weer hetzelfde spel in de lucht. Toen kwamen ze zeker weer terug. Het was bar. (..)

Mei 21. Het is zondag voor Pinksteren. Het is koud en nat weer. We zijn thuis bij de kachel en zitten in oude werkbladen te bladeren. Het Noorden in Woord en Beeld. Het is wel eens mooi die oude bladen eens weer op te halen bij zulk koud en guur weer. Dan is het prettig bij de kachel. Ook brommen er de hele middag vliegmachines. (..)

Mei 28. De eerste pinksterdag, ’t is mooi weer. ’t Is weer om te fietsen over de heide. We gaan naar Rolde. Overdag veel machines in de lucht te brullen.

Mei 30 1944. (..) Ook weer een kolossaal stuk machines in de lucht. Vandaag is het een gebrom en gedonder van heb ik jou daar. Tussen Gasselternijveen en Gasselte is de trein beschoten en kon niet verder gaan. Dus staat de trein stil op de rails tussen beide genoemde plaatsen, zo zegt Rieks Smeenge me net. (..)

Juni 5. Koolplanten gezet in de goorn.

Juni 6. Volgens de krant is er werkelijk invasie gekomen in Frankrijk. Op de westwal is een aanval gedaan en zo is de oorlog ontbrand en hebben we de vijandelijkheden dichter bij ons landje gekregen. (..)

Juni 10.  (..) Ik was vroeg met de post. De BADO is gestopt en nou heeft L.Warringa vanmorgen de post van Gasselte gehaald. Ik heb mijn post weer van Borger gehaald en zo was ik vanmiddag vroeg thuis. (..)

Juni 12. (..) Ik krijg wederom bericht voor keuring op 16 juni te Den Haag voor uitzending naar Duitsland. (..)

Juni 16. ’s Morgens om half zeven ga ik al op de fiets naar Gasselte; ik ga naar Den Haag ter keuring naar Duitsland. De trein is op tijd. Mijn fiets heb ik bij Komduur neer gezet. In Assen is de trein al vol als hij binnen loopt van Groningen en moet ik met een staanplaats tevreden zijn. Te Beilen stopt hij ook  en te Hoogeveen waar ik kan zitten maar het blijft vol vooral te Zwolle. In Harderwijk komen er nog jongens in klimmen. Tot barstens toe is hij nou vol.  Tien minuten na vertrek stopt hij en staat een kwartier zo op de baan. Wat of er is weet ik niet. Dan zet hij zich weer in beweging en tuft naar Amersfoort. Nog een rukje en hij is in Utrecht. Ik tref nog een man en een vrouw die ook naar Den Haag gaan, die vrouw komt uit Nieuw Buinen. En is een dochter van Delhaas. Het is overstappen en om twee uur zijn we in Den Haag. Nog een eindje per tram en om  tien over twee ben ik waar ik moet zijn. Om vier uur ben ik klaar en kan de trein pakken van 4.30 naar Utrecht. Ik tref een man in de stad die ook naar het station moet en zo heb ik weer gezelschap. In Utrecht van het derde perron naar het eerste deed ik me lelijk pijn. Daar ik meende beneden te zijn,  moest ik nog een stap. In de trein naar Groningen trof ik een arbeidsman en gaan we tegenover elkaar zitten. De trein zet zich in beweging en raast met een mooi vaartje naar Amersfoort. Hij is weer mooi vol tot Zwolle. In Meppel gaat er weer vrij veel af en zijn we weldra in Hoogeveen, Beilen en Assen. Dan stap ik uit  en is het even voor tienen. Nou kan ik niet meer thuis komen. Maar ik moet in Assen slaapgelegenheid zoeken. Maar ik neem gauw een besluit en loop naar Rolde. In Assen moet ik ook gauw een uur zoeken. Mijn rug en heup doen mij wel wat pijn maar dat zal wel weer over gaan, denk ik. Om precies elf uur ben ik bij mijn schoonouders. Daar slaap ik en ga de volgende morgen met de tweede trein naar Gasselte. Met mijn pijnlijke rug moet ik nog een uur fietsen dat is nog het ergste. ’s Avonds is de dokter nog geweest en die zegt: “Dekker, je moet onder de wol blijven.    ” (..)

Augustus 8. Mooi weer. ’t Heeft geonweerd vannacht en regen. Maar we hebben de droge erwten juist binnen  gehaald,  gisteravond. Vandaag heeft Lammie ze gedorst en nu staan ze in de grote mand om nog na te drogen. (..)

Augustus 9. Mijn vrouw is naar Borger naar de distributie om de brandstofbonnen. Ten minste die minder heeft dan zes eenheden eigen brandstof moet aan de distributie komen. (..)

Augustus 16. Zoveel machines als er vandaag vlogen heb ik dunk mij, me van mijn leven niet gezien. Och, wat grote troepen. ’t Is verbazend. (..)

Augustus 24. ’t Is wederom heet en droog en tevens is het weer een dag voor de vliegmachines. Hele troepen gaan er door de lucht. Het zijn net vogels. Ze blinken in de zon. Ze schitteren. Het lijkt wel kristal. ’t Is een prachtige gezicht. ’t Is alleen jammer dat het zulk gevaarlijk goed is. ’t Is gewoon weg een gevaar. Later vliegen er bossen zilverpapier door de lucht. (..)

Augustus 31. Vandaag hebben we bagger gekregen en het lijkt wel haast op regen.     

September 4. (..) Vanavond om 7 uur sta ik bij Koop in de tuin en daar vliegen er pardoes 15 vliegmachines over ons heen in westelijke richting. Heel laag en een geweldig gebrom. Het zijn geen grootte en ze vliegen achter elkaar in een lange rij. (..)

September 8. Vannacht werd ik weer opgeschrikt door een bom. Kolossaal wat een kanjer. Achter het huis van wed. W. Meijering werd de lucht hel verlicht.  (..)

September 11. Wederom heel mooi weer en een weinig koud. Smeenge is met de aardbeien bezig en vrouw Klamer ook. Zaterdag hebben wij ze gepoot in de regen (..)

September 19. Vandaag is er een paardenvordering in Borger. Alle paarden van 4 tot 15 jaar moeten er heen. Buurman W. Snijders moet in deze oorlog vandaag zijn derde paard leveren. Nijenhuis van Bronger zijn zevende paard. (..)

September 23 (..) Het is mirakel droog op de gronden. De knollen groeien ook niet best. (..)

Oktober  11 1944. Vandaag zijn ze hier geweest om aardappelen te krabben. Lammie kwam er voor in aanmerking. Gelukkig was ze 1904 geboren en al die in 1904 geboren waren, waren vrij. Zodoende komt mijn vrouw daar goed van af. (..)

Oktober 13. Vanochtend werderom geregend. Ik maak de wortels er uit. Ze zijn niet dik van stuk. Ze hebben te dicht gestaan. Enfijn, ’t is niet anders. Het zijn hele mooie worteltjes maar we zijn ze wel anders gewoon. Van die dikke kanjers als koolrapen.

Oktober 26 Onze buurman Willem is vandaag opgepakt (..)

November 5. (..) Het is een hele drukte.  Ook buiten op de straat tippelen de Duitsers af en aan. Die zijn hier vrijdag gekomen. Ze zijn in de school en in het station en in de cafés en bij burgers ingekwartierd. Wij hebben er geen gekregen tenminste tot nu toe nog niet. Klamer hiernaast heeft wel één gekregen, een piloot. Een vliegenier. Het zijn meest valschermjagers. Die thans infanterist moeten worden, zegt hij. ’t Is een klein mannetje van 27 jaar en is thans al 9 jaar in dienst; hij  is getrouwd en heeft een vrouw met één kind. (..)

November 11. Sin Martinus, maar ’t is donker weer.

November 12. Buinen lijkt wel een garnizoensplaats. Het zijn allemaal militairen wat je ziet. Dat gaat maar heen en weer over de straat, in de regen. (..)

November 17. De Duitse soldaten gaan weg. (..)

November 20. (..) Ze pikken hier vandaag paaltjes langs de weg. De schilders pikken ze wit met kalk. Het wordt heel mooi, hoor. (..)

December 11. (..) een paar mensen uit Hoogezand lopen hier om brandstof. Ze hadden niet meer te branden. Het was een collega van me en een kantoorhouder. Wij hebben geen licht meer. Vandaag hebben ze ons licht uitgeschakeld. (..)

December 17. Het is zondag en het is regen weer. Ik ben aan het bieten koken voor stroop. Het is een heel werkje, hoor. Eerst de suikerbieten goed schoonmaken. Wassen en afborstelen van zand en vuil ontdoen. Dan in de kookpot en als het zaakje aan de kook is dan twee uur laten doorkoken. Zorgen dat die bieten juist onder water staan. Als ze ruim twee uur gekookt hebben, neemt men de bieten uit de pot en met een mes ontdoet men ze van hun vel. Daarna stampen en tot moes maken en weer in de pot doen. Dan wederom een uur laten koken. Als dat is gedaan wordt alles in een zak gedaan en uitgeperst, dit kan het beste tussen twee planken en daar iets zwaars bovenop leggen. Als alles uitgelekt is, weer in de kookpot doen, door een doek. Weer aan het koken brengen, tot er een schuim opkomt. Dan nog ongeveer vijf minuten laten door koken. Probeer een klein schepje op een schoteltje. Zet dit even buiten, dan kun je zien of het klaar is. ’t Is een prima stroop. (..)

December 30. ’t Is mooi weer. ’t Is dooi en enig regen. De kinderen hebben hardrijderij per schaatsen, op een plek ijs in de richting van Exloo.

December 31 1944. Oudejaarsdag. Het is zondag en behoorlijk koud. Gisteravond had ik straatdienst of te wel “spijkerwacht”, tezamen met Lucas Klamer. ’t Stormt en het sneeuwt, dikke buien gaan er door de lucht. Klamer is vanmorgen nog van zijn rijwiel gevallen en kan niet lopen. En zo hebben we met alle narigheid de laatste dag van het jaar 1944 te pakken en nog is er oorlog in Europa. We zullen toch hopen dat het jaar 1945 de vrede zal brengen, ’t is te hopen, hoor. Er zijn heel wat mensen naar de O.T.werken. En nog gaan er alle weken nieuwe partijen heen om de vorige weer af te lossen. ’t Is een hele beweging hoor. Enfijn met zoals hierboven beschreven, we zullen hopen op een spoedige vrede.

Januari  1 1945. (..)  Bij de woning van W. Kremer zagen we een vliegmachine die heel laag vloog, te pletter vliegen bij de straatweg Borger-Bronneger. We zijn er even heen gelopen van af R. Oosting bij Vos over de sluis. De hele machine lag te pletter overal lag iets, er was totaal niets meer heel en de piloot lag dood op de grond. Geen mooi gezicht om te aanschouwen. Zo begint de eerste dag van het nieuwe jaar als droevig en niet prettig. Het is ook niet prettig steeds aan de oorlog te worden herinnerd. (..)

Januari 2. Weer een triestige dag. Heleenders helpt me met de bestelling. Er is nog niet veel nieuwjaarsdrukte. Maar er zal nog wel een partijtje komen. Om elf uur waren er al weer vliegmachines. . Ik was pas aan de bestelling, toen vielen er ook al weer bommen. (..)

Januari 5. (..) Een geweldig stuk vliegmachines suist door de lucht. Het is een gebrom van jewelste.  Het is kolossaal hoor, wat een machines.  Ook hangen er mooie lichtkogels. In het oosten hangen er gele. Drie bij elkaar. Daaruit druppelen er al maar groene ballen , welke spoedig onzichtbaar zijn. Het is een mooie aanblik. Ook ging er een vliegmachine brandend omlaag. Dat is de tweede die ik dit jaar zie verongelukken. (..)

Januari 28. (..) Ook zijn hier een partij vluchtelingen aangekomen. Ze zijn hier uitgedeeld bij de mensen. Wij hebben nog geen gekregen. Koop Warringa twee. Martinus  Hamering 6, enz.

Januari 29. Weer gaan er vluchtelingen  door ons dorp  Allen naar Nieuw Buinen. Ook wij krijgen een bevel tot inwoning van een evacué. Die morgen zal een jongen van 6 jaar genaamd Peters komen. (..)

Februari 1. (..) Onze evacué is niet gekomen. Hij is bij zijn ouders gebleven bij Fokkens. (..)

Februari 14  (..) Alles werkt hier al een paar dagen aan de O.T. Autostopplaatsen maken. (..)

Februari 20  Vandaag Rijwielvordering. De mijne wilden ze niet hebben. “Wek postman”, zei die Duitser. Ook Lammie heeft haar fiets behouden. (..)

Februari 23. Naar Borger geweest om een fietsvrijstelling aan te vragen. (..)

Maart 4. (..) Klamer vertelt ons dat bij Hermannus op Stadskanaal gisteravond door zijn huis is geschoten, ruiten, enz. kapot. In een bed hadden 18 kogels gezeten. Als ze te bed waren geweest, waren ze doodgeschoten.(..)

Maart 13. Mooi weer, erwten gepoot in de goorn en duiveboontjes.

Maart 17. Vandaag hebben we een bijzondere evacué gekregen. Het is een meisje van 9 jaar oud. Reinie de Graaf van Oudewater. (..)

Maart 20. (..) Ouderdomsrente.

April 3. Buiig weer. Donder zelfs. Duitse soldaten komen, maar gaan na een paar uur ook weer weg.

April 6. Een heel rustige nacht. Het weer is ook zo stil. Men hoort niets geen lawaai. Overal staan de mensen in  troepjes bij elkaar te praten. Ze zeggen dat de Engelsen al bij Emmen zijn. Het is thans half 12 voor de middag. Post was er niet. En ik ben juist weer thuis. Van 4 tot 5 uur komen hier Duitsers in school ook gaat er een stroom van wagens en voertuigen, die uit Exloo komen naar Nieuw Buinen. Kanonnen en van alles.

April 7. Vannacht weer van 10 – 12 een karavaan van Duitser vanaf Exloo. Het is thans half negen in de morgen.  En prachtig weer.

April 8. Veel geboms en gedreun in de verte. Parachutisten in Borger, zeggen de mensen, in Westdorp is gevochten.

April 9. Een mooie dag met veel gedreun.

April 10. Een mistige morgen, een mooie middag, niet veel gedonder. Wat of het is ik weet het niet, het is net of er bruggen in de lucht vliegen. Het knopt al maar aan.

April 11. Goed weer. De Duitsers lopen af en aan.

April 12 (..) Ik ben bezig een schuilloopgraaf te maken in de tuin. Nooit in een kelder, zegt Diena. Hendrik zegt, we kruipen wel in een kelder hoor. Ik weet nog niet wat we zullen doen. Alles lijkt er op dat de tommies zullen komen. Als het 12 uur is lijkt het zo. Je hoort gesnoer en gebrom en ja hoor er wordt hevig mitrailleur geschut gehoord. Wij vlug in de loopgraaf. Geesje en Rinie achter in, dan Lammie dan neem ik plaats. Ook vrouw Klamer en Klamer komen en hun evacué met haar baby. We zitten zo’n ander halfuur in het gevecht is geleverd met de aftocht der Duitsers. Een Duitse soldaat sprong nog over onze loopgraaf toen wij er inzaten met een fiets onder de arm. Toen zijn we weer voor de dag gekomen; eerst Klamer. We hoorden bij Koop Warringa praten en ja hoor daar stonden de tanks op de straat.  Later hoorden we wel dat er zo’n vijftig over de es waren gekomen, vanaf Exloo. We hebben drie ruiten stuk en vijf pannen op het dak. Dus dat viel nogal mee. Toen kwamen de andere soldaten. Het waren Polen. Maar je kon ze toch verstaan.

April 13. Na een geweldige dag van spanning want de schrik zat je lelijk in de benen, zijn we de nacht vrij goed door gekomen. ’t Is thans net een feestdag. Alles loopt op de straat en met oranje versierd. Het is een hele beweging, hoor. En wat een geweldig stuk tanks langs rolt. Maar het is, ja,  bar. Grote en kleine en auto’s en motoren. De leden van de N.S.B. zijn allen in de school opgesloten. Ook moeten de vrouwen zich melden.

April 14. Opnieuw zijn er Poolse soldaten gekomen gistermiddag. Wij hebben ze vannacht ook in de schuur gehad te slapen. Het zijn heel genoeglijke jongeren, allen in bruin kostuum ook hebben ze kanonnen bij zich. Vanmiddag of liever vanavond is er  bericht gekomen  dat ze al weer weg moeten. Denkelijk naar Duitsland, waar ook de legers der Amerikanen snel oprukken naar men zegt. Het is zes uur in de avond en ze zijn aan het eieren bakken in onze pan. Piet Bazuin en zijn vrouw zitten bij mij op de bank, ook Jan Popken staat er bij. Dan krijgen we elk een glaasje Rijnwijn. Die is koppig, hoor. Ook een paar koekjes, met gebakken eieren en ze vertrekken. Een Pool legt me nog een paar sigaretten op de schoorsteen. Buiten geeft hij mij nog een bus thee, met suiker en melkpoeder. Men hoeft er niets dan kokend water op slaan. Om 7 uur is alles vertrokken en is het weer kalm in ons dorp.

April 15 (..) Richting Winschoten wordt hevig geschoten. (..)

April 18. (..) Ik heb de loopgraaf weer dicht gemaakt. En heb er geducht van gezweet.

April 19. Droog al maar droogte. De N.S.B. moeten de gaten langs de straten weer dicht maken en de paaltjes er uit graven. (..)

April 24. Het heeft vannacht gevroren. Er is geen post. Ook mag er geen stortingen worden aangenomen.

April 25. (..) Weer geen post vandaag. (..)

April 29. Het is zondag en donker en guur. We maken een wandeling door de heide. De weggezakte tanks uit Bronnegerveen gaan ze ook weg rijden. Als we thuis komen is het 5 uur. Dan is er nog een bulletin aangeplakt als dat Hitler stervende is en Göring dood is en Mussolini gevangen genomen is. De oorlog loopt mooi ten einde. (..)

Mei 2. (..) Er is weer enige post vanmorgen. ’t Is anders een poosje slap geweest hoor.

Mei 5. Hedenmorgen worden hier de vlaggen uit gestoken daar Holland, Denemarken en het Westelijk front in Duitsland heeft gecapituleerd. Dus het is vandaag de dag dat Nederland vrij is. ’s Middags om 4 uur een optocht van kinderen met muziek voorop met de  wagen van Albert Baas. Het is een hele stoet, al die oranjekleurige kinderen in optocht met vlaggen en lampions. Om 7 uur weer een hele optocht van grote mensen voorafgegaan door ruiters te paard. Dan enige wagens waarvan op ene enige accordeonspelers zaten te trekken. Daarna fietsen en lopende rijen van meisjes, alles in de richting Borger. Om half elf waren ze terug. Het was mooi weer. Een recht prettige dag hoor.

Mei 6. Het is zondag en het is de gehele morgen regen geweest. Nog hangen de vlaggen hier in het dorp. Vanmiddag zijn we even naar Borger geweest. Naar het kerkhof. Daar is nog al iets beschadigd, hoor, door de oorlog.  Verscheidene grafzerken die door kogels geraakt zijn. Dan zijn we even naar de hunebedden geweest. De kinderen vonden dat zo fijn. (..)

Mei 7. Een mooie dag. ‘k Heb mijn zomeruniform voor de dag gehaald.  Het is prettig weer.  Men zegt dat thans geheel Europa in vrede is. Alles is gecapituleerd. Dan is hier dus de oorlog geëindigd.

Mei 8 1945. Een heel mooie dag, hoor. Ik heb vanmiddag de hardschilde bonen gepoot in de goorns.

Mei 9. Vandaag de Nationale feestdag, alles is getooid met oranje. Volksspelen, enz. Het is prachtig weer en vanmiddag eerst een optocht van ruiters te paard vooraf gegaan door bruidsparen in Drentse klederdracht. Tevens versierde wagens en karren en fietsen. Alzo trok men over het noodbruggetje naar Borger. Terug zijnde gingen we direct naar Doedens waar iets te drinken was en begonnen de volksspelen. Voor kinderen, wat de hele middag duurde. Na etenstijd kwamen de grote mensen in het strijdperk: wasgoed ophangen; fietsrijden met hindernissen. Stoelendans te paard voor mannen en daarna gewoon stoeltjesdans voor vrouwen. Toen was het donker. Dan werden de lichtkogels afgeschoten en de dag was ten einde. (..)

Mei 18. (..) Vanmiddag ben ik naar Borger geweest en heb een vergoeding opgehaald van ons evacué. Ik kreeg van 7 week,  tot 5 mei, totaal f. 75,- (..)

Mei 30. Het is mooi weer vandaag. De N.S.B gevangenen zijn vandaag naar Westerbork getransporteerd. De mannen tot 55 jaar, de vrouwen tot 50 jaar. (..)

Mei 31. (..) Bij de spoorbaan werken ze vlug. Ze zijn al bijna aan het station met de rails. (..)

Juni 12. Het is vandaag pensioendag en slecht weer. (..)

Juni 14. (…) Ik heb huis-aan-huisbestelling, welke krant de mensen willen lezen. Je mag je maar op één abonneren. ..…)

Juni 17. (..) (..) ’t Is dansen bij Doedens en Sanders. (..)

Juni 19. Het is een mooie zomerse dag. De boeren zijn beginnen met hooi rijden. ’t Is warm. Ik laat even mijn haar knippen bij Drent. (..)

Juni 29. Het is de dag van de verjaardag van prins Bernhard  en een mooie dag, dat gaat wel. Vanmorgen  is hier overal de vlag uitgestoken en vanavond is er, dunkt me, dansen bij café Doedens. Ook heeft vandaag de eerste trein hier weer gereden.  Het opgebroken spoorlijntje is er weer in gelegd en in zoverre klaar dat er een trein lopen kan. Hij was dan ook met vlaggen versierd. Het is een hele aanwinst voor ons dorp, die trein. Het brengt weer leven in de brouwerij. Met de scheepvaart gaat het ook druk op het heden met de aardappels. Er liggen naar schatting zo ongeveer 5000 hl aan de laadplaats. Ook pakstro wordt er geladen, daar de dorsmachine pas weer is begonnen, er was niet eerder stroom. En zo komt alles weer voor elkaar. (..)

Juli 3. (..) Gisteren ging er een trein met kolen naar het noorden. Vandaag twee lange kolentreinen. (..)

Juli 9. Een heel mooie dag en het is zonsverduistering van 2.15 – 5.16. Het was een aardig gezicht. De bankbiljetten van f. 100 moeten worden ingeleverd. (..)

Juli 13. De biljetjes vanmiddag even ingeleverd. (..)

Juli 15 (..) Geesje was naar Borger. Openluchtspel opvoeren bij de kerk.

Juli 20. (..) In Emmen is het juist bonnendag en dan is het er zo druk in de winkel.

Augustus 31 (..) Feest in Borger Prachtig mooi. (..)

September 1. Winderig. Grote optocht 50 wagens. Heel mooi. (..)

September 9. Het is zondag en feest in Exloo. Wij gaan er heen en het is mooi alles versierd, prachtige bogen zijn er, heel mooi zelfs. Ze hebben er daar wel iets voor gedaan. (..)

September 14. Het is goed weer gebleven en het is schoolfeest. Een geweldige optocht van in de 50 wagens trekt naar Borger, over Bronneger gaat het terug en zo zijn ze om half drie ’s middags met de optocht klaar. Dan gaat alles de grote feesttent in. Jan Klasens en Katrijn zijn even later druk in de weer. De kinderen lachen. Dan volgen er nog spelletjes, maar het meest is de draaimolen bezet, twee staan er en de kinderen draaien. ’s Avonds treden op de fam. Kok uit Assen en het is een mooie dag geweest.

September 15 Hedenmorgen om 9 uur staat de muziekvereniging “Juliana” al weer te blazen op het feestterrein. Weer zijn de volksspelen aan de gang. Het weer is beter dan gisteren. Om 11 uur sulky landdagen,  om 2 uur de grote paardenrennen. O, wat een volk op de been. Het dorp is mooi versierd en geeft een echt feestelijk aanzien. ’s Avonds als het duister is, zijn de volksspelen nog aan de gang. Na afloop kan men niet in de tent, zo vol. (..)

September 23 Het geld moet worden ingeleverd. (..)

September 25. De laatste dag.  Ik laat nog maar alles op spaarbankboekje bijschrijven.

September 26. Het geld is waardeloos. Alles moet ingeleverd zijn, beneden f. 300; kan nog tot 2 oktober 1945.  Dan is het af met ons geld. (..)

September 29. Volgende week krijgen we onze turf. Vanavond zijn er Rotterdammers gekomen, die moeten hier aardappelen krabben. (..)

Oktober 4. Vanmorgen ben ik al vroeg naar onze turf gegaan. Ik moest ze uit de leegte halen en naar boven kruien. Tegen de middag ben ik er klaar mee. (..)

Oktober 5 Het is nog vroeg en we trekken al weer naar het boerveen. Nogmaals worden de koren volgeladen en om 10 uur hebben we al onze turf bij huis liggen. Nu aan de slag. We hebben heel mooi weer.

Oktober 6. Alles is opgeruimd. Vandaag dat was een hele drukte. Enfijn, het is een hele gerustheid als men zijn brandstof in de schuur heeft zitten. (..)

Oktober 12. De tabak moet aan de kant. (..)

Oktober 21. Weer is het zondag en het is iets donker en stoffig. Het Buiner Elftal gaat vanmorgen voor het eerst oefenen  tegen de Rotterdamse aardappelkrabbers.  Geesje haalt mij van het veld, aangezien we bezoek hebben en wel C.W. de Graaf uit Oudewater, thans te Amsterdam. Ook aardappelkrabber, was enige weken te Hoogersmilde. Dat was de vader van Rinie die een poos bij ons is geweest. Een heel aardige man, heel gewoon in zijn doen en laten.

 

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.