1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Oorlogstijd
  6. |
  7. Een onderduiker uit Borger kwam terecht...

Een onderduiker uit Borger kwam terecht in het Scholtenshuis

0 Reacties

Ook ik ben ondergedoken geweest in de oorlog. In de zomer van 1944 kreeg ik een oproep om verplicht in de Nederlandse Arbeidsdienst dienst te nemen. Ik voelde daar helemaal niet voor, want je moest daar veel werk verrichten voor de Duitse bezetter. In de oproep stond dat ik mij moest melden in Ossendrecht, een plaats in het zuiden van Noord-Brabant. Mijn vader regelde een onderduikadres voor mij bij een collega van hem in Eexterveenschekanaal. Daar hielp ik mee in de slagerij, maar omdat het vlees op de ‘bon’ was, was de voorraad vlees zo klein, dat ik daar niet de hele dag werk had. Daarom hielp ik ook veel op de boerderij tegenover. Ook kwam ik nog wel geregeld thuis. Dan kwam ik ’s avonds en ging de volgende morgen al vroeg weer weg of bleef nog een hele dag thuis, maar dan mocht ik me niet laten zien. Soms deed ik koerierswerk. Dat bestond uit het per fiets vervoeren van bonkaarten, blanco ausweisen en geheime drukwerken. Gien Smeenge, een overbuurvrouw deed veel ondergronds werk en schakelde mij dan in voor dit werk. Hierover praatte je met niemand.

Op een dag, al wat later in de herfst, moest ik bonkaarten afgeven op een adres in Groningen. Net toen ik daar was viel de Duitse Sicherheitsdienst dat huis binnen. Waarom weet ik niet, maar ik was daar toevallig op het verkeerde moment. Iedereen die aanwezig was werd gefouilleerd en bij mij vonden ze bonkaarten en een aantal ausweisen. Ik moest vertellen voor wie deze papieren bestemd waren, maar deed alsof ik dat niet wist en kreeg toen een klap tegen mijn hoofd en viel op de grond. Daarna werd me niets meer gevraagd, maar werd ik afgevoerd naar het Scholtenshuis.

Het Scholtenshuis was het Hoofdkwartier van de SD (Sicherheitsdienst) in het Noorden van het land. Dit huis lag aan de Grote markt en is bij de bevrijding van de stad grotendeels verwoest en later geheel afgebroken. Daar aangekomen werd ik op de zolder bij een aantal andere gevangen geplaatst. De eerste paar dagen werd ik met rust gelaten. Ik was natuurlijk hevig aan het nadenken hoe ik mij hier uit zou kunnen redden, want je hoorde regelmatig dat mensen, die in het Scholtenshuis gevangen werden gehouden afgevoerd werden naar een concentratiekamp in Duitsland. Op een gegeven moment kwam een man, met een donkere huidskleur, die iets eerder was weggeroepen, naar me toe en zei duidelijk en hard dat ‘ze’ bezig waren mijn papieren in orde te maken en dat ik naar huis mocht. Eigenlijk was ik verbaasd, want mijn papieren had ik nog bij me. Verschillende mannen kwamen naar me toe en vroegen mij een boodschap aan familie of vrienden te brengen. Van een man kreeg ik een briefje met een boodschap mee. De probleem was waar ik dat moest verstoppen. Ik deed het in mijn schoen; iemand zei me dat dat wel veilig zou zijn. Een ogenblik later werd ik geroepen door Herr Schäfer (een officier van de SD) en moest met hem mee naar zijn kantoor. Hij zei me dat ik naar huis mocht en vroeg verder of ik nog boodschappen of brieven bij me had. Natuurlijk ontkende ik dat. Toen zei hij tegen mij:”Trek je schoenen eens uit”. Ik heb een ongenadig pak slaag met de gummi knuppel gehad en werd weer terug gebracht naar de zolder. Daar mocht ik niet gaan zitten of liggen; 24 uur staan. Eerst in een apart kamertje voor een raam, waardoor ik alle vrije mensen op de Grote Markt zag lopen. En dat deed meer pijn, dan het pak slaag.

De volgende dag mocht ik weer bij de andere gevangenen ‘staan’. Ik stond naast een man, Henk de Ridder, die geboeid moest blijven staan. Hij draaide zo nu en dan een ‘shagje’ en bood mij ook wel een trekje aan, maar ik rookte toen nog niet. Ook kreeg ik wel eens een plak brood van hem; “ Want”,  zei hij: ”Ik wordt toch doodgeschoten, ze hebben een revolver bij mij aangetroffen”. Ik wist niet hoe ik daar op moest reageren als jongen van 18 jaar. Later verslapte de controle op mijn straf van het staan en begaf ik mij gewoon weer tussen de andere gevangenen.

Van sommige mensen, die daar gevangen werden gehouden wist je de naam, maar van de meeste niet. Een man viel op door zijn rustige voorkomen en zijn verstandige gesprekken. Wij noemden hem Pa van den Bosch. Hij was in Groningen gevangen genomen en was bij zijn arrestatie in zijn schouder geschoten. Hij was in het ziekenhuis behandeld en droeg zijn arm in een mitella. Van hem kreeg ik ook vaak een plakje brood. Pa van den Bosch was een vriend van de latere Burgemeester van Amsterdam, Gijs van Hall.

Op een morgen, heel vroeg, hoorden we veel lawaai op de overloop, waar de wacht van de SD verbleef. De deur naar de zolder werd met veel bombarie opengegooid en kwamen enkele officieren en manschappen, met veel wapengekletter, binnen. Zij hadden een lijst met namen bij zich en begonnen de namen van die lijst op te noepen. Het juiste aantal weet ik niet, maar 7 of 8 zullen het zijn geweest. Ook Henk de Ridder en Pa van den Bosch waren daarbij. Toen ze weggevoerd waren en de deur weer was gesloten hoorde ik iemand zeggen: “Die leven vanmiddag niet meer”. En zo was het.

Enkele dagen later werd ik afgevoerd naar het Politiebureau in Groningen, achter de Martinitoren. Daar heb ik nog een aantal weken gevangen gezeten en hebben we werkzaamheden verricht, zoals het lossen van enkele turfschepen en het leeghalen van huizen van onderduikers of afgevoerde joodse families. En dat was geen prettig werk. Hoe lang ik precies op het politiebureau gevangen heb gezeten weet ik niet meer, maar op een morgen kreeg ik toestemming om naar huis te gaan. En dat is dan moeilijk te bevatten. Later hoorde ik dat er voor mij was bemiddeld door een Mevrouw ‘Tante Riek’ genaamd. Het heeft mijn vader jenever en vet gekost. Na nog een paar dagen bij familie in Groningen te zijn geweest, ben ik gewoon naar huis gegaan. Daar kreeg ik mijn echte papieren terug en werkte weer in de slagerij van mijn vader. En in die tijd vroeg niemand iets.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Auteur: Hidde Koornstra