Evacués in Borger en omgeving

0 Reacties

Tijdens de oorlog waren in alle dorpen in de omgeving van Borger evacués te vinden, mensen die op zoek waren naar een plaats waar de levensomstandigheden beter waren of waar het veilig was. Sommigen zaten er een groot deel van de oorlog, anderen alleen in de laatste oorlogswinter. Het waren mensen uit de steden in het westen van het land, maar ook vanuit andere provincies trok men naar het Drentse platteland.

De redactie ontving van Geertje Dekkers- Smegen een verhaal over een evacué, dit naar aanleiding van een prachtige brief die ze vond achterin een oud familiealbum. Het is een bedankbrief die in juni 1945 geschreven is door de familie Den Boer uit IJsselmonde, een dorpje vlakbij Rotterdam. Een zoon van de familie Den Boer woonde een tijdje als evacué bij de familie Smegen. De familie Smegen bestond uit ouders Jacob Smegen en Lammina Smegen-Roeles en de kinderen Hilly, Willemina, Geert en Geertje. Ze woonden in de boerderij Brug-Maeth aan de Buinerstraat in  Borger.Het zorgen voor de jonge evacués gaf Jacob en Lammina veel voldoening. Kees den Boer was bij de familie Smegen geëvacueerd in de hongerwinter. Hij was toen negentien jaar. Geertje schrijft: “Hoe lang Kees bij ons is geweest is voor ons onbekend. Maar hij heeft wel zijn vrouw leren kennen en dat was Aaltje Haddering, wonend aan de toenmalige Achterweg, nu Molenstraat. Kees kreeg later een autorijschool in IJsselmonde en het frappante daarvan is dat mijn man Harry, komend uit Rotterdam, van Kees indertijd nog rijlessen heeft gehad. Kees was overigens niet de enige die bij ons thuis is geweest vanwege de hongerwinter. We hadden ook Greta Wigmore uit Slikkerveer en Leen Filius uit Schiedam. Kees de Graaf uit Heemstede was tijdelijk bij ons werkzaam als volontair. Natuurlijk waren ze er niet allemaal tegelijk, want iedereen moest wel een bed hebben.”

Via Jan van Gerner kregen we een verhaal van  Tiny Kool-Suikerbuik,een evacuée uit Afferden. De Limburgse familie Suikerbuik moest in januari 1945 op bevel van de Duitsers hun huis verlaten. Ze kregen een half uur om wat spulletjes bij elkaar te zoeken. Voor Tiny en haar ouders en zus begon toen een barre en onzekere tocht naar het noorden van Nederland. Ze sliepen onderweg in een houtfabriek, bij  eenoom, in het hooi, in een café, boven een danszaal, bij een schoolmeester, in een kerk op de houten banken en in een gesticht. Tiny schrijft: “We kregen daar ieder twee boterhammen met bruine bonen erop …als je honger hebt smaakt alles. Het ging maar steeds verder en we merkten wel dat we iedere dag verder van huis en haard verdreven werden.”

Na twee weken kwamen ze aan in Borger en werden vandaar door Ab Trip bij de familie van Gerner in Buinen afgeleverd. Daar kregen ze meteen brood en warme melk en een stoof met een kooltje erin om hun voeten te warmen. Tiny schrijft: “We kregen een grote kamer en twee bedsteden, we wisten de eerste nacht niet hoe we erin moesten.” De plaatsing van de familie Suikerbuik en andere evacués was geregeld door een commissie waarin onder andere de Buuners W. Bruins, W. Bosma en G. Döbken zitting hadden.

Bovenstaande verhalen roepen allerlei vragen op: Hoe werden de evacuaties georganiseerd? Hoe kwamen de evacués aan de adressen waar ze konden verblijven of kwamen ze op de bonnefooi? Hoe lang bleven ze? Door wie werden commissies zoals die in  Buinenaangestuurd? Heeft u verhalen over evacués die tijdens de oorlog in Borger en omgeving waren opgenomen en die antwoorden geven op bovenstaande vragen, dan horen wij dit graag.  

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Auteur: G. Dekkers-Smegen
Zwerfsteen 2020/1