De redactie van de Zwerfsteen ontving onderstaand relaas van Jans Popken. Hij vertelt hoe hij de bevrijding van Buinen beleefd heeft. Buinen werd op 12 april 1945 bevrijd van de Duitse bezetting. Popken was toen 10 jaar oud en kende Buinen goed omdat de ouders en broer van zijn moeder er woonden: opa en oma Baas en oom Appie Baas. Jans Popken woonde zelf in Exloërveen.
Een paar dagen voor de bevrijding heeft mijn vader de familie uit Buinen opgehaald, met het paard voor de wipkar, en naar Exloërveen gebracht, daar voelden ze zich veilig. ’s Middags, op de dag van de bevrijding, lopen mijn vader, oom Appie en ik richting Buinen over onverharde veenwegen. Vlakbij Buinen zie ik in de verte iets bewegen dat op een trein lijkt, het blijken tanks te zijn. Ik had nog nooit eerder tanks gezien. In Buinen aangekomen, kijk ik mijn ogen uit met al dat legermateriaal. Het eerste wat mijn aandacht trekt, is het graf van een gesneuvelde Poolse soldaat. Er liggen heel veel bloemen op het graf. Vlakbij het graf ligt een volledig kapot geschoten boerderij. Toen drong het tot mij door: dit is oorlog. Verder lopend tussen de tanks en jeeps komen wij bij een mobiele veldkeuken langs. De koks zijn bezig om de warme hap te bereiden voor de manschappen. Een heerlijke etensgeur gemengd met de geur van benzine komt je tegemoet. Het eten wordt warm gemaakt op benzine branders, dat geeft wat lawaai. Deze veldkeuken staat achter het boerderijtje van de familie Wolters, schuin tegenover café Doedens (café Doedens is nu restaurant El Zorro/Hotel Hartlief). We krijgen chocolade en beschuit aangeboden. Dat hebben we in maanden niet gehad.
Gespannen lopen we verder naar de woning van mijn familie, hoe zullen we het aantreffen? Het viel gelukkig mee, alles wat van waarde was, hadden we verstopt en is er nog. Mijn oom Appie heeft in deze woning een fruit- en groentezaak (nu Hoofdstraat 88). Na wat fruit te hebben gegeten ging ik alleen op verkenning uit. Iets verderop in de Hoofdstraat, in de directe omgeving van kapper Drents woning (nu Hoofdstraat 73) staat een sahara-kleurig stuk geschut. Ik ga erop zitten. Alle wieltjes met handvat kan ik op verschillende onderdelen laten bewegen. Het kan 360 graden draaien, de patronen liggen nog in de houders. Geen mens in de buurt, die zegt: ‘wegwezen jij’.
Dan loop ik over de oude spoorlijn en zie een kleine heuvel. Daarin zijn twee pantservuisten (Duits antitankwapens) gestoken met daarop twee Duitse helmen; deze zijn volgens mij van gesneuvelde Duitse soldaten. Ik loop verder richting het spoordok van Buinen. Bij de grote zwarte loods van de Veenkoloniale Boeren Bond (op de hoek van de Spoorstraat en de Kanaalstraat) staat nog een stuk geschut, deze heeft een voltreffer gehad.
Buinen viert bij café Doedens hun bevrijdingsfeest, samen met de Poolse soldaten. Ik kijk er even naar binnen en zie op de bar een uitstalling van lege kogelhulzen. Het begint bij de grootste ongeveer 60 cm lengte en 15 cm doorsnee. De kleinste is 3 cm lang en 1 cm in doorsnee. Daar tussen in staan misschien nog tien hulzen. Een poosje later staan er meer feestvierders buiten dan binnen. Wat is er aan de hand? Enkele Poolse soldaten hebben een krijgsgevangene tussen hen in. Later werd mij verteld dat het een Rus was in Duitse uniform. Later op de middag klinkt er veel geraas uit de richting Exloo. Tanks rijden achter het Spoordok langs noordwaarts. In de buurt van Bronnegerveen zijn nog een paar tanks die de verkeerde afslag hadden genomen vast komen te zitten in een veenweg. Later die dag zijn vader en ik weer terug gelopen naar Exloërveen, vol met indrukken dat Buinen is bevrijd.
0 reacties