1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Bevrijding
  6. |
  7. Mijn herinnering aan de bevrijdingsdag van...

Mijn herinnering aan de bevrijdingsdag van Borger

0 Reacties

Op de morgen van 12 april 1945 speelden Jan Koopman, Jantje van Wijk en ikzelf, Geesje Trip, in de stelmakerij van Geert Hooiveld. Daar was altijd een hinkelblokje te vinden en een schommel hing hoog aan de balken van de zoldering. Omdat het gymnastieklokaal was gevorderd door de Duitsers, stonden de gymnastiektoestellen in de houtopslag van de stelmakerij. Dat was voor ons op die morgen het mooiste om mee te spelen. Op de kleine brug en de grote met ongelijke leggers. Wij waren zo in ons spel verdiept, dat we niets hoorden en de tijd vergaten, tot Koopman heel boos binnenkwam en ons naar huis stuurde: “De bruggen zijn de lucht in en jullie hebben niks gehoord? Grote lummels. Er is geen mens meer buiten. Als de weerlicht de straat over”. Papa stond achter de deur boos en blij mij op te wachten. Er waren al Duitse soldaten bij ons door de tuin gelopen. In de kelder zaten otie Trip, Harm, Dina en Greetje, ons evacueetje, vol spanning te wachten. Van mama kreeg ik nog een prakje warm eten. Bovenaan de keldertrap, met de deur op een kier, kon papa zien dat de Duitsers met paarden en wagens richting Drouwen gingen. Ons paard dat ’s morgens bij Geert Boelens uit de stal was meegenomen, hadden ze aan een lange lijn en wilde de Koesteeg in lopen. Het heeft hun veel moeite gekost hem de goede kant op te sturen. Wij zagen niks dan af en toe laarzen bij het kelderraam langs gaan, maar hoorden papa zachtjes lachen. Na een hele tijd zei hij dat er geen Duitser meer was. Een soldaat (een Pool) schoot links en rechts de zijstraten in. Eén kogel is bij Geert Bóelens door het bovenraam geschoten. ’s Avonds stond de hele buurt bij Tijme Santing voor het huis en iedereen was blij en opgelucht en er werd gelachen. Koopman en Geert van Dijk kwamen later; ze hadden naar het nieuws van radio oranje geluisterd en vertelden dat Roosevelt dood was. Dat maakte veel indruk op de volwassenen, maar wij begrepen het niet. Wij moesten weer vlug naar huis gaan want in Wichersbosje (tussen dokter Duursma en Weitering) zouden nog Duitsers zitten.

Toen wij ’s avonds al lang in bed lagen werd er op het slaapkamerraam getikt en Willem geroepen. Wij lagen te rillen in bed en riepen om mama. Van buitenwerd er “st, st” geroepen, ik ga wel naar het andere raam. Wij hoorden papa naar de voordeur gaan en even later mama zeggen: “Ik heb wel dekens.” Mama kwam ons vertellen dat er een paar mensen bij ons in het hooi moesten slapen. De volgende morgen toen ik in de keuken kwam, zaten er twee soldaten aan tafel te eten. Het waren Franse parachutisten. Onze Harm sprak nog geen Frans en daarom werd Harm Koopman gevraagd, die ging naar de H.B.S. en kende die taal wel. De parachutisten hadden een brief bij zich van Koningin Wilhelmina, met het verzoek de jongens goed te ontvangen en als het kon eten te geven. Hiervoor haar hartelijke dank. De parachutisten hadden een kaart bij zich, waar zelfs ons kippenhok opstond en dat in de heg van Gradus Kuiper een boog was geknipt. Ze wezen aan waar ze waren gesprongen en waar nog gesprongen moest worden. Dan hadden ze hun doel bereikt. Ineens werden ze onrustig en wilden naar buiten. Ze deden hun lichtgevende sjaals om en maakten ons er op attent dat er iets aan kwam. We hoorden een vreemd geluid en gedreun aankomen. Het waren de tanks die uit de Koesteeg kwamen. Ze stopten voor ons huis. De jongens vlogen elkaar om de nek. Voor jong en oud was het een bijzonder ontroerend en emotioneel moment.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Auteur: G. Trip
Zwerfsteen 2005/1