1. Home
  2. |
  3. Tweede Wereldoorlog
  4. |
  5. Hongerwinter | Vluchtelingen
  6. |
  7. “Want ik heb honger geleden en...

“Want ik heb honger geleden en gij hebt mij te eten gegeven.”

0 Reacties

Via Willem Jan Nederlof, secretaris van Historische Vereniging West Alblasserdam kregen wij een artikel die Arend de Jong (o.a. destijds lid van de historische vereniging) heeft geschreven over de kinderuitzending in en na de Tweede Wereldoorlog van Alblasserdam en Ridderkerk naar Borger. Dit artikel hebben wij hieronder overgenomen van hun kwartaalblad.

Wie in Drenthe de Hervormde kerk van Borger goed bekijkt, zal daar tot zijn verbazing een prachtig glas-in-loodraam aantreffen met de wapens van Alblasserdam en Ridderkerk. Er tussen in staat de tekst: “Want ik heb honger geleden en gij hebt mij te eten gegeven”, Mattheus 25:35. Daarboven staat een afbeelding van De Barmhartige Samaritaan. Waarom is dat raam daar aangebracht? Hoe is dat er gekomen?

Kort na de bevrijding in 1945 kwam mijn moeder op een vrijdagavond erachter, dat de volgende morgen een groot aantal kinderen naar Borger in Drenthe zou vertrekken om daar aan te sterken. Zoals later bleek. was deze uitzending georganiseerd door het lnterkerkelijk Comité, waarin alle zeven kerkformaties te Alblasserdam samenwerkten. ln het bijblad van ‘Trouw’, De Vrije Pers, van woensdag 11 juli 1945, lezen we dat de voorganger van de Vrijzinnig Hervormden, ds. A. Koops, hierin een groot aandeel heeft gehad. Deze kwam uit Drenthe en was zowel predikant in Alblasserdam als in Ridderkerk. Tijdens een verblijf in het Noorden van het land wist hij via een onderwijzeres zo’n 300 adressen in Borger, Buinen en Buinerveen te verzamelen, waar zwakke kinderen geplaatst kondsn worden. Op zaterdag 7 juli is de eerste autobus vol kinderen vertrokken, zo staat er. ln de loop van de week zouden nog meer groepen kinderen vertrekken. Het vervoer vormde wel een probleem, maar dankzij de doeltreffende medewerkíng van het Militair Gezag, kon dat worden opgelost. En inderdaad, het werd opgelost, maar minder riant dan werd vermeld.

In die periode waren mijn ouders Vrijgemaakt Gereformeerd en mijn moeder had niets over de uitzending gehoord. Ze toog naar de heer M. Gort van de horlogewinkel en vroeg of Arendje ook mee mocht, want die had geen vlees meer op z’n botten. Ze kwamen tot de conclusie dat één kind meer geen probleem hoefde te zijn. Er zou best een plekje gevonden worden en de kerken in Borger zouden zo’n kind heus niet terugsturen. Dezelfde avond werd een rieten koffertje gevuld met wat kleding en zaterdagmorgen vroeg werd ik als tienjarig schriel ventje uitgezwaaid door ouders, broers en zussen. We reisden echter niet per autobus maar in een schoongemaakte veewagen, waarin wat stro was gelegd. Net als bij het vervoer van koeien ging de achterste klep dicht en viel er alleen wat licht door de kieren. Van enige vering was ook al geen sprake. Dus we kwamen wat verfomfaaid aan.

In Borger was het een drukte van belang. Je moest je naam opgeven en op lijsten stond aangegeven welk kind bij wie terechtkwam. Het werd spannend voor mij, want ik bleef alleen over. Gelukkig kwam er een melkrijder met paard en wagen, die zei: “Ik vind wel een plekje voor dat ventje bij een van m’n klanten.” Na vele melkstops lukte dat op het laatste adres. Onderweg gebeurde er nog iets vreemds. lk zag de tweelingjongens van Tamerus uit de Oranjestraat lopen. Ze zeiden: “Wij gaan terug, want hier blijven we niet.” En later hoorde ik dat ze dagen en nachten gelopen hebben om thuis te komen.

Ik kwam in een boerengezin met kinderen terecht, de familie Eysden. Aardige mensen, die me goed te eten gaven maar me meteen wilden laten kaalknippen. Uit voorzorg, mocht ik soms luizen hebben. Het lukte me de kapper over te halen nog een plukje haar te laten staan, Ik werd aan het werk gezet, Er was genoeg te doen op de boerderij, zoals het paard besturen tijdens het maaien van het koren. En o wee als ik scheef stuurde. De zes geplande weken werden twee maanden en inderdaad de terugreis ging per autobus. We waren allemaal verschrikkelijk blij weer naar huis te kunnen gaan. Want behalve een kaartje was er geen contact geweest. Telefoneren was voor de meeste mensen nog niet weggelegd. Mijn moeder had in het ziekenhuis gelegen en ik had haar ook een briefkaart gestuurd, maar die kwam pas aan toen ze al thuis was.

 

De familie Eysden is later geëmigreerd, zo hoorde ik jaren daarna tijdens een vakantie met ons gezin, Van Lien Stam uit de Kerkstraat vernam ik dat zij in dezelfde tijd na de oorlog in Borger had gezelen. En zij vertelde mij over de kerkramen daar. Dus zijn we opnieuw naar Borger getogen om deze met eigen ogen te aanschouwen. Na wat pogingen om de koster te vinden, zijn we toen uitgebreid rondgeleid. Het raam was geschonken door de dankbare ouders van de 70 Alblasserdamse en Ridderkerkse kinderen die in de hongerwinter van 1944-1945 er zo’n gastvrij onthaal hadden gevonden, Het was in 1946 aangebracht.

Pogingen om meer over deze schenking te weten te komen, hebben nog geen resultaat opgeleverd. Ik heb bij verschillende kerken geïnformeerd, maar in geen van de archieven is tot nu toe iets gevonden. Wel heb ik begrepen dat de Ridderkerkse kinderen al in 1944 in Borger zijn geweest en de Alblasserdamse in 1945, na de oorlog. Mevr. G.F. van Gelder-den Boer vertelt dat ze als elfjarig meisje met haar zus Rini van zestien op 5 februari 1945 ’s avonds om zeven uur vanuit Bolnes samen met vele andere kinderen richting Borger was vetrokken. Ook in een veewagen. De andere morgen om tien uur kwamen ze koud en vermoeid aan. Ze maakte daar de bevrijding mee.

ln totaal waren er voor uitzending 160 à 170 kinderen opgegeven. Daaronder waren ook kinderen uit andere plaatsen. Dat niet elk kind zich goed heeft gedragen blijkt uit een nagekomen bericht in De Vrije Pers van juli 1945. Jongens uit Rotterdam en andere steden hadden zich in Borger en omgeving zo misdragen dat veel pleegouders alleen nog maar meisjes wilden opnemen.

Na de oorlog werden er veel huwelijken gesloten. Daar heb ik, samen met m’n zus Siena, vaak het gedicht opgezegd dat ik in Borger tijdens die twee maanden uit mijn hoofd had geleerd.

Vrij!

Ons mooie landje is weer vrij.
De vijand nam de benen
en is voorgoed verdwenen.

Ons lieve moeke schreit niet meer,
want Klaas en Gerrít zijn er weer!
Die wilden niet als slaven
voor ’t Herrenvolk gaan draven…

Maar ons Jan, die stillen nob’le vent;
in d’ondergrondse zó bekend.
Die komt niet weer, die zijn we kwijt.
0, beulen van de Sicherheit!

5 mei. De goede God
had deernis met ons droevig lot.
En velen, velen schreiden,
terwijl wij ons verblijdden.

De meester in geklede jas
hangt `t oud portret weer voor de klas.
En klinkt in blij vertrouwen
’t Wilhelmus van Nassauwen!!

Omdat vele brugovergangen kapot of bezet waren, ging een groep kinderen zelfs over Amsterdam. zo is aan de redactie verteld. Men vertrok `s avonds om zeven uur en kwam om drie uur `s nachts aan. Op matrassen op de grond mochten de kinderen even slapen en de andere morgen werden ze opgehaald. Ook vertelde een mevrouw, dat zij als dertienjarig meisje met twee vriendinnen, van 14 en 19 jaar, op 12 maart 1945 vanuit Alblasserdam lopend naar Drenthe was gegaan. Ze hadden er veertien dagen over gedaan. waarvan ze een week in Rouveen verbleven, omdat een van hen ziek was geworden van honger en uitputting. Onderweg hadden ze veel meegemaakt. Maar in Borger waren ze liefdevol opgevangen. En nog steeds had ze contact met de familie.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

  • Auteur: Arend de Jong
  • Bron: Kwartaalblad 2020-1 Historische Vereniging West-Alblasserwaard (HVWA)

Een raam met een voorstelling van de Barmhartige Samaritaan in de dorpskerk van Borger met de wapens van Alblasserdam en Ridderkerk en de tekst: “Want ik heb honger geleden en gij hebt mij te eten gegeven”, Mattheus 25:35.

Arend de Jong met de koster Hilbert Boneschansker bij de Dorpskerk in Borger.

Twee krantenknipsels uit De Vrije Pers, streekblad voor de Alblasserwaard, van 11 juli 1945 over de kinderuitzending. Kennelijk konden sommige jongens zich niet goed gedragen, waardoor het aantal kinderen dat werd uitgezonden werd verminderd.

Arend de Jong is in 2023 op 88-jarige leeftijd overleden. Samen met zijn echtgenote runde hij een winkel in tijdschriften en tabakswaren op de Dam in Alblasserdam (zie de foto hieronder). Daarnaast was hij zeer betrokken en actief in diverse organisaties in Alblasserdam.